Door Joel Voordewind en Arie Slob, buitenlandwoordvoerder en fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer.
11 juni 2009.
Als Israel economisch gaat samenwerken met de Palestijnen, ontstaat een gemeenschappelijk belang bij vrede.
Als Israel zich niet snel committeert aan een tweestatenoplossing, zou de Europese Unie haar relatie met Israel niet moeten verdiepen, menen Van Agt en zijn kornuiten (Forum, 3 juni).
Dat verraadt een primitief-autoritaire opvatting over vredestichten en de mogelijke rol van Europa daarin. De EU heeft weliswaar geen eigen leger, maar wel economische macht, en dat langeafstandswapen zouden we maar fors moeten laten bulderen tegen de regering-Netanyahu. Totdat zij capituleert en de vrede accepteert die op onze tekentafel is geschetst, de tweestatenoplossing.
Zou het echt zo werken? Kunnen burgers in Israel vandaag vertrouwen dat er morgen vrede komt zodra de eigen Palestijnse staat daar is? Hamas is aan de macht in Gaza.
Vredespartner
De raketbeschietingen gaan maar door. De beoogde ‘vredespartner’ voldoet aan geen van de door de internationale gemeenschap geformuleerde voorwaarden voor een tweestatenoplossing (afzweren van geweld, Israel erkennen, eerder gesloten akkoorden accepteren).
De actualiteit noch de geschiedenis geeft vertrouwen in een vrede die de VS en Europa zouden moeten afdwingen. Het bieden van ‘land voor vrede’ heeft alleen maar maar beschietingen uit Gaza en Zuid-Libanon opgeleverd. Israel wordt nog altijd omringd door terroristische organisaties en staten (uitgezonderd Egypte en Jordanie) die uit zijn op zijn vernietiging. Iran voorop, als steun en toeverlaat van Hamas en Hezbollah.
Zonder het commitment van deze gezworen vijanden, maar ook van landen als Egypte, Saoedi-Arabie, Syrie en Libanon, is ook de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever niet in de positie vrede te sluiten met Israel. Nu doorgaan met ‘land voor vrede’, kan slechts leiden tot een driestatenoplossing. Dan ontstaat er dus geen Palestijnse staat, maar een territoriumafbakening: de Gaza voor Hamas, de Westoever voor Fatah.
Wereldoorlogen
Moeten we de moed dan maar opgeven, Obama naar huis sturen en het vredesproces stoppen? Integendeel. De vrede moet worden wat het woord zegt: een proces, groeiend in de praktijk, in plaats van getekend op de vergadertafel. En als we dan toch Europa erbij willen halen: laat de EU dan naar haar eigen geschiedenis kijken.
Vrede in onze dagen leek na twee wereldoorlogen onbereikbaarder dan ooit. Toch werkten de gewonde en bebloede aartsvijanden Duitsland en Frankrijk, en in hun kielzog steeds meer landen, vanaf de jaren vijftig aan verzoening. Hoe?
Niet door een Europese statenbond op de kaart te tekenen en daar een lijst handtekeningen bij te verzamelen.
Wel door in de praktijk te werken aan samenwerking, eerst in de kolen- en staalindustrie, daarna met een interne economische markt, tot er een Europese Unie groeide waarvan nu 27 landen deel uitmaken (in sommige daarvan stonden nog maar twintig jaar geleden de raketten op ons gericht).
Oud-CDA-oplossing van machtsvertoon tegen Israel is niet heilzaam. Al deze landen hebben belang bij die samenwerking, omdat ze ons duurzame Europese vrede heeft gebracht. Een gewapend conflict binnen de EU lijkt nu ondenkbaar.
Hoe kan dit historisch perspectief op de situatie in het Midden-Oosten worden geprojecteerd? Natuurlijk niet als een blauwdruk, maar op z’n minst als inspiratiebron: creeer handelsrelaties en een gemeenschappelijk economisch belang. Israel moet daartoe niet alleen de Arabische stedelijke gebieden binnen haar grenzen economisch mee helpen ontwikkelen, maar ook de Westelijke Jordaanoever en buurland Jordanie. Zo ontstaat een wederzijds belang bij vrede.
Armoede
De haatgevoelens jegens Israel koelen op zijn zachtst gezegd niet af onder de aanhoudende Palestijnse armoede. In de jaren voor de intifada’s (tot 1992) groeide de Palestijnse economie sneller dan de Israelische, liepen de Palestijnen hun inkomensachterstand in en exporteerden ze hun goederen via Israelische havens. Die kant moet het weer op: Israel moet de Palestijnen helpen aan werk en afzet voor hun producten, aan water, energie, infrastructuur en telecommunicatie. En Israel moet de Palestijnse Autoriteit bijstaan met het hervormen van de veiligheidsdiensten en het bestrijden van corruptie en terrorisme.
Open grenzen binnen de EU kwamen na 23 jaar tot stand. Een politiek van toenadering leidde via kleine stappen tot een duurzame vrede gebaseerd op echt vertrouwen. Als het samenwerken tussen Israel en de Palestijnse Autoriteit vruchtbaar blijkt, zullen belemmeringen wegvallen om vervolgens te werken aan een aaneengesloten Palestijns gebied op de Westoever. Checkpoints en wegblokkades kunnen dan worden opgeruimd; de vrijheid van reizen en werken voor de Palestijnen in een corridor tussen de Westoever en Gaza wordt dan bespreekbaar en bestuurlijke autonomie voor de Palestijnen op de Westoever is dan geen regelrechte bedreiging meer voor Israels grenzen. Op den duur kan zelfs een gesprek over uitruil van overwegend Palestijnse gebieden in Israel tegen overwegend Israelische gebieden op de Westoever worden aangegaan.
Netanyahu kan het uitzicht op een tweestatenoplossing niet loslaten; de VS, de EU en de Palestijnse Autoriteit zullen dat niet tolereren. Maar zij allen kunnen leren van de Europese eenwording. De Duitse regeringsleider Adenauer en zijn Franse collega De Gaulle hadden de Tweede Wereldoorlog nog in de benen en de harten. Net zomin als van hen, kan nu van de Israelische premier verwacht worden dat reele zorgen over veiligheid voor de staat en de bevolking van Israel zomaar aan de kant worden gezet. Het concept ‘land voor vrede’ in Gaza blijkt nog elke dag te falen.
Vertrouwenwekkende maatregelen van alle partijen zijn nodig om te kunnen spreken van een vredesproces in plaats van een vredesdictaat. Hopelijk ziet minister Verhagen daar meer heil in dan in de oud-CDA-oplossing van economisch machtsvertoon.