Door Leon de Winter, 2 april 2009.
Aan de grens tussen de Democratische Republiek Kongo en Soedan zijn de afgelopen weken minstens net zoveel mensen het slachtoffer geworden van geweld dan tijdens de jongste Israelische operaties in Gaza – en toch houdt de terreur in Afrika de Europese media slechts zijdelings bezig.
Blijkbaar hebben de Palestijnen iets dat de mensen uit Kongolezen en Soedanezen niet hebben. Iets, waardoor ze de gebalde aandacht van de Europese media krijgen.
Anders ook dan de miljoenen ontheemden en vluchtelingen na de Tweede Wereldoorlog konden de Palestijnen hun status als eeuwige vluchtelingen voor zichzelf behouden. Tot aan de dag van vandaag, zestig jaar later, worden Palestijnse steden vluchtelingenkampen genoemd; intussen dragen vier generaties van Palestijnen vanaf de geboorte het etiket ‘vluchteling’.
De Palestijnen in Gaza hebben een religieusfascistische partij gekozen, wier onbetwiste doel de vernietiging van Israel is. Vol enthousiasme beloofde Hamas oorlog en martelaarschap met slogans zoals “Palestijnen houden meer van de dood dan van het leven” of “Geen offer is te groot om Israeel te vernietigen”.
Nu gaf Israel de bewoners van Gaza datgene wat ze zogenaamd meer dan alles andere zouden wensen: een gelegenheid om heldhaftig verzet te bieden en joden te doden.
Maar in plaats van hun volle tevredenheid over deze kans te uiten, schreeuwden ze dat ze met buitenproportionele hardheid behandeld zouden worden en het zou de joden verboden moeten worden om op vrouwen en kinderen te schieten. Dezelfde mensen die geweld en oorlog eisten, lieten de media zien hoe brutaal ze door de joden werden aangepakt.
Toen de Palestijn Sami Kuntar, die in 1979 een 4-jarig meisje met een geweerkolf de schedel had ingeslagen, vorig jaar juli door Israel werd vrijgelaten, feliciteerde Hamas-leider Ismail Haniya Kuntar met de “grote overwinning in het verzet; het bewijs dat onze weg juist is”.
Jarenlang heeft Hamas raketten op Israel afgevuurd, maar de Europese media haalden alleen hun schouders op. In een bloedige burgeroorlog verdreef Hamas de zogenaamde gematigde Fatah uit Gaza; de media reageerden verveeld.
Iedere dag voorspellen de leiders van Hamas Israel een pijnlijke ondergang; Europa geeuwt.
En als de provocatie voor Israel ondraaglijk wordt en het tegen Hamas terugslaat, met een fractie van het geweld wat deze organisatie tegen Israel zou inzetten als ze zou kunnen, dan ontmoeten de verslaggevers elkaar op het vliegveld van Tel Aviv om over de gruwelijke dood van vrouwen en kinderen te berichten.
Wat aan de Palestijnen fascineert de Europeanen dusdanig dat veel ergere conflicten, de vernietiging door Vladimir Poetin van Tsjetsjeni, hiernaast helemaal verbleken?
Het antwoord: De vijand van de Palestijnen is tegelijkertijd Europa’s obsessie, namelijk de jood. Nationaal en etnisch versplinterd, zoals Europa was en is, was voor de Europeaan de jood als een rondtrekkende zigeuner, als niet te doorzien en gevaarlijk. Jodenhaters waren bang voor de jood, want die was slim en paste zich gemakkelijk aan, maar was echter loyaal verbonden aan de Hebreeuwse stam.
Al het slechte op de aarde was af te leiden uit de praktijken van de joden – antisemitisme is de ultimatieve samenzweringstheorie. Vanuit Europa heeft de Jodenhaat zich over de hele wereld uitgebreid. In een tijd van globalisering, middenin de economische chaos, moet de arglistige jood zelfs in landen zonder joden dienen als verklaring voor het kwade en bedreigende.
De uitroeiing van de Europese joden was de consequentie van een proces dat 1000 jaar daarvoor was begonnen. En tot op de dag van vandaag heeft Europa de consequenties van de Holocaust niet verwerkt. Integendeel, sinds tientallen jaren voelt het continent zich gechanteerd door de joden. Europa’s sympathie voor de Palestijnen heeft weinig met hun ellendige levensomstandigheden te maken. Europa houdt van de Palestijnen, omdat het zich op deze manier kan vrijmaken van zijn schuld aan de massamoord.
In de jaren-60 had Jassir Arafat, een Warlord van de oude stempel, het idee om de zaak van de Palestijnen in anti-imperialistische retoriek nieuw te verpakken en Palestina zodoende op de agenda van de Europese intelligentsia te plaatsen.
Toen christelijke milities in 1982 onder de ogen van het Israelische leger in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila slachtingen begingen, werd voor het eerst kritiek geleverd op de joden, sinds 1945 een taboe in de Europese publieke opinie.
De Eerste Intifada met haar beelden van stenengooiende Palestijnen en zwaar bewapende joodse soldaten beheerste de wereldpers en maakte de weg vrij tot belastering van Israel. Stap voor stap kwam hieruit een aanval op de joodse arrogantie voort en, nog belangrijker, een aanval op het Israelische en joodse misbruik van de herinnering aan de Holocaust.
Verantwoordingsbewuste Europese politici – en hiervan bestaan er gelukkig vele, zijn zich bewust van de gevaren van het islamitische religieuze fascisme, en ondanks de van delen van de media uitgaande enorme druk doen ze hun best voor een evenwichtig perspectief. Geen enkel ander conflict echter, ook al zou dat honderdduizenden slachtoffers eisen, stookt de Europese emoties zo op als het Israelisch-Palestijnse. Europa is ervan bezeten.
De Europese media kijken naar Israels verdedigingshandelingen als onder een selectief vergrootglas; dit proces maakt het mogelijk voor hen om de erfgenamen van de slachtoffers, die ten prooi vielen aan Europa’s meest obscene haat – het antisemitisme -, als slechteriken af te schilderen en Europa eindelijk van zijn dode joden te bevrijden.
Wie ook maar een zweem van geweten en historische kennis heeft, weet een ding precies: Zelfs wanneer er duizenden onschuldigen in Gaza gestorven zouden zijn, zou men dat niet kunnen vergelijken met de massamoord op de joden in nazi-Duitsland en desondanks strooien linkse en islamitische protestanten en commentatoren ononderbroken met begrippen als ‘Holocaust’ en ‘Nazi’ als ze Israels antwoord op de terreur van Hamas beschrijven.
Zodoende bagatelliseren ze het nationaalsocialisme en insinueren indirect dat de joden met hun achterbaksheid in principe mede schuldig zouden zijn aan hun lijden onder de nazi-heerschappij.
Het zou zeker verkeerd zijn om alle Europeanen te beschuldigen van de onzinnige Jodenhaat, maar er bestaat in Europa een sterk oud haatgevoel.
Volgens een nieuwe enqute van de Anti-Defamation League (ADL) in zeven Europese landen gelooft 31% van de volwassenen dat joden in de financiele wereld voor de economische crisis verantwoordelijk zouden zijn.
Uit dit onderzoek komt ook naar voren dat kritiek op Israel en de houding tot de joden synoniem geworden zijn: 58% van de ondervraagden verklaarde dat ze de joden vanwege de Israelische politiek nu sterker zouden afwijzen. De ADL vroeg deze Europeanen niet of ze ook de Russisch-orthodoxe kerk afwijzen, omdat het Russische leger Grozny heeft verwoest.
Europa demoniseert Israels zes miljoen joden, hoewel ze zich alleen verdedigen tegen een door blinde religieuze haat voortgedreven vijand. Daarin wordt zijn brandende verlangen uitgedrukt om eindelijk die zes miljoen doden kwijt te raken. Europa zal de joden de drukkende last van Auschwitz niet vergeven.
Daarom zijn de honderden doden van Gaza voor Europa zoveel belangrijker dan de miljoenen doden van Darfur en Kongo. Net als andere mensen ook hebben de joden niet veel van de geschiedenis geleerd, maar een ding weten ze zeker:
Ze herhaalt zich.