Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de verslaggeving van de NOS over de oorlog tussen Hamas en Israel, naar aanleiding de constatering van de stichting WAAR dat de NOS bij de verslaggeving over het conflict in het Midden-Oosten een eenzijdig beeld heeft neergezet en vragen over de klachtafhandeling bij de NOS.
Ingezonden 18 februari 2009.
- Bent u bekend met het onderzoek van over oorlog Hamas vs Israel, Stichting WAAR over de verslaggeving van de NOS over de oorlog tussen Hamas en Israel?
- Deelt u de constatering van de stichting dat de NOS bij de verslaggeving over het conflict in het Midden-Oosten een eenzijdig beeld heeft neergezet? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan? Bent u bereid de NOS op haar verantwoordelijkheid te wijzen? Zo nee, waarom niet?
- Hoe waarborgt u het publieke belang van onafhankelijke verslaggeving door de NOS? Welke consequenties verbindt u aan het gegeven dat de NOS mogelijk handelt in strijd met haar eigen journalistieke code?
- Wat is uw reactie op het verwijt van de stichting dat haar klacht door de Ombudsman van de NOS met een standaardreactie is afgedaan? Kunt u toezeggen dat de stichting alsnog een fatsoenlijke reactie krijgt?
- Hoe functioneert de klachtenprocedure van de NOS momenteel? Hoe garandeert u dat de klachtenprocedure van de NOS naar behoren werkt? Vindt er periodiek een evaluatie plaats van de Ombudsfunctie van de NOS?
NOS ‘selectief en manipulatief’ over Gaza-operatie?
NIK 19 februari 2009.
De NOS voldoet stelselmatig niet aan haar eigen code. De NOS heeft de kijker essentiele informatie onthouden en is selectief en soms zelfs manipulatief te werk gegaan. Dit constateert een rapport dat de nieuwsvoorziening van het NOS Journaal over de Gaza-operatie heeft geanalyseerd. De SGP heeft inmiddels Kamervragen gesteld, op grond van het rapport.
Het onderzoek naar de berichtgeving van de NOS in haar Acht Uur Journaal over de oorlog tussen Hamas en Israel is uitgevoerd door stichting Waarheid Accuratesse Authenticiteit Reportages (WAAR) en de Israel-Facts monitorgroep.
“Zij zeggen: “De primaire nieuwsbron voor de Nederlandse burger behoort primair de feiten te presenteren in het nieuws.
Het onderzoek vond plaats in de periode 24 december 2008 t/m 24 januari 2009. De aanleiding voor het onderzoek was het vermoeden dat belangrijk en essentieel feitenmateriaal niet terug te vinden was in de verslaggeving door het NOS Journaal.
Vergeleken
Berichtgeving van de NOS werd getoetst aan de eigen NOS journalistieke code.
Uitzendingen werden geanalyseerd op feitenmateriaal, taalgebruik, beeldmateriaal en de montage van beelden, selectie van beelden en onderwerpen, en op repeterende thema’s. De berichtgeving van de NOS werd voorts vergeleken met andere TV nieuwsprogramma’s waaronder de ARD en ZDF in Duitsland.
Manipulatief
Conclusie van het WAAR-onderzoek is dat de NOS stelselmatig op alle genoemde onderzoekspunten niet aan haar eigen code voldeed; op tal van punten de kijker essentiele informatie onthield en in vele gevallen selectief en soms zelfs manipulatief te werk ging in haar taak als primaire nieuwsbron in Nederland.
Voorbeelden
Feiten en Onjuistheden: Al voor het begin van de Israelische actie in Gaza meldde de NOS een incident op de grens van Zuid Israel dat uiteindelijk de directe inleiding vormde tot de oorlog. Hamas plaatste op 23 december 2008 een bom naast de grensweg waarop Israelische voertuigen patrouilleren waarop het Israelische leger het vuur opende op de Hamasleden.
De NOS berichtte in haar reportage over de 60 raketten die Hamas op 24 december afvuurde op Israelische steden en meldde: ” de raketbeschietingen waren een wraakactie op een Israelische offensief gisteren waarbij 3 Hamas strijders om het leven kwamen”.
Hierop stelt WAAR: het zal duidelijk zijn dat dit een onjuiste weergave van de feiten was.
Suggestief taalgebruik
In zijn reportage van 29 december vertelt correspondent Sander van Hoorn de kijker dat het grensgebied met Gaza nu afgesloten is door het Israelische leger, hij noemt de door het leger opgegeven reden van veiligheid “onzinnig” en zegt daarop dat “het eerder zo is dat men geen pottenkijkers wil”.
Op 22 en 24 december vonden in deze bufferzone sluipschutter incidenten plaats waarbij Hamas op in de zone aanwezige burgers schoot.
Daarnaast was de maatregel ook van kracht voor Israelische burgers en zelfs voor de landbouwers in het gebied, die daardoor tonnen schade opliepen.
Beeld en montage
In een reportage op 17 januari laat het NOS Journaal een reportage zien die men overnam van Arutz 10 in Israel, in de reportage zagen de Nederlandse kijkers de Arutz 10 reporter Eldar die sprak met de Palestijnse arts Izzildin Abul Al Alaish in Gaza (iets dat Arutz 10 regelmatig deed), op het moment dat het huis van de arts getroffen werd door een granaat van de IDF. Daarbij kwamen drie kinderen van de arts om, Eldar regelde nog tijdens de uitzending Israelische hulp voor de arts.
De NOS monteerde de beelden van Eldar zo, dat de kijker niet de fragmenten zag die lieten zien dat de man hevig geemotioneerd was en tegen zijn tranen vocht.
Het vervolg van de NOS reportage maakte het waarom hiervan duidelijk. Het commentaar meldde dat Eldar direct de studio verliet om hulp te regelen voor de arts en dat bij wijze van hoge uitzondering de grens openging voor de gewonde kinderen van de arts, en even verderop meld de NOS dat de arts bij aankomst in het ziekenhuis ook al niet op mededogen hoefde te rekenen.
Beide opmerkingen waren onjuist; de ZDF in Duitsland zond in haar nieuwsuitzending een reportage uit waarop Palestijnse kinderen te zien waren die op dat moment in Israelische ziekenhuizen werden verpleegd (waaronder uit Gaza), en mededogen kreeg de arts in grote mate in Israel, vele Israeli’s stuurden hem SMS berichten met steunbetuigingen. Iets waarover hij later op Arutz 10 zijn dank uit sprak aan het Israelische publiek.
Een regelmatig terugkerend thema dat met name correspondent Van Hoorn opnam in zijn reportages was de Israelische maatregel geen reporters toe te laten in het oorlogsgebied.
Van Hoorn maakte van zijn mening over deze maatregel geen geheim, en deed het voorkomen alsof het uniek was in de media wereld. Echter ook tijdens de oorlog in Georgie in 2008 had de pers geen toegang tot het oorlogsgebied, hetzelfde geldt voor de oorlog in Sri Lanka waar de pers ook moet afgaan op rapporten van derden. ARD’s Tagesschau had met de zelfde maatregel te maken maar maakte er niet eens melding van.
Op 30 december 2008 legt Van Hoorn uit, in een reportage aan de rand van Gaza, dat hij besloten heeft een Palestijnse cameraploeg te gaan gebruiken voor het maken van reportages in Gaza. Hij zegt zich bewust te zijn van de onbetrouwbaarheid van dergelijke Palestijnse journalisten (“Palestijnen zijn geneigd tot toneelspel “), maar deze mensen weten dat ze dat bij hem niet moeten doen. En daarmee zou dan de onafhankelijke rapportage gewaarborgd zijn.
Zweeg
Helaas was er nog iets waarover Van Hoorn zweeg, en dat essentieel is voor de vraag naar de betrouwbaarheid van zijn Palestijnse TV ploeg.
Sinds Hamas aan het bewind kwam in Gaza is de persvrijheid aan banden gelegd en werden vaak incidenten gemeld waarbij te onafhankelijk opererende journalisten (fysiek) werden geintimideerd door Hamas. Ook bepaalde Hamas wie wel of niet een perskaart kon krijgen, de unie van Palestijnse journalisten bevestigde dat men dagelijks met bedreigingen te maken had en met censuur.
Ook de Foreign Press Association (waar de NOS ook bij is aangesloten) bevestigde indertijd deze stand van zaken.
Van Hoorn zweeg over dit alles.
WAAR sluit af met: “Uit het onderzoek komt een patroon naar voren dat wij zeer verontrustend vinden. De kijker in Nederland heeft recht op een NOS journaal dat alle feiten van het Midden Oosten conflict belicht en dat die feiten in een juiste context plaatst. En de kijker heeft recht op Journaal reporters die zich strikt houden aan de eigen journalistieke code.
Gezien het hoge tempo waarin het klimaat rond de discussie over Israel in Nederland verslechtert, en gezien de reeds zichtbare maatschappelijke gevolgen daarvan, achten wij de tijd rijp voor drastische verbetering in de taakopvatting en het verantwoordelijkheidsbesef van de Journaal staf. De primaire nieuwsbron voor de Nederlandse burger behoort primair de feiten te presenteren in het nieuws.”