1 april 2006.
JERUZALEM/GAZA – Het conflict tussen Israel en de Palestijnen escaleert. De nieuwe Hamas-regering toonde zich ingenomen met een Palestijnse zelfmoordaanslag op de Westoever, waarbij donderdag vier Israeliers zijn omgekomen.
En minister Sjaoel Mofaz van Defensie heeft het Israelische leger opgeroepen meer leden van de Islamitische Jihad te doden.
Aanleiding vormt volgens veiligheidsfunctionarissen een aanval met een Katjoesja-raket, die de Jihad deze week vanuit de Gazastrook op Israel uitvoerde. Woensdag liet de Jihad weten over veel Katjoesja-raketten te beschikken. De raketten hebben een bereik van dertig kilometer, voldoende om vanuit Gaza de Israelische stad Asjkelon te treffen.
Een waarschijnlijk Palestijnse moordaanslag op de radicale Palestijn Aboe Joessef Al Koeka, een van de leiders van de Volksverzetscomites, heeft de spanning in Gaza doen oplopen. Sommige Palestijnen zagen de aanslag als vergelding door Israel voor de zelfmoordaanslag van donderdagavond.
Meteen na de ontploffing van een autobom voor een moskee in Gaza-Stad, waarbij Al Koeka omkwam, brak een vuurgevecht uit tussen zijn aanhangers en Palestijnse agenten. Enkele uren later kwam het opnieuw tot een treffen. In totaal zijn zeker drie mensen gedood, onder wie een Palestijnse agent. Zeker 25 mensen raakten gewond.
Aboe Abir, zegsman van de Volksverzetscomites, beschuldigde Palestijnse veiligheidstroepen ervan te hebben samengewerkt met Israel bij de moordaanslag op Al Koeka. Hij noemde verscheidene agenten bij naam en beloofde: “We zullen ze onthoofden.”
Israel ontkent elke betrokkenheid bij de aanslag op de commandant van de Volksverzetscomites.
De nieuwe Palestijnse premier Ismail Hanija verklaarde dat Al Koeka’s dood wordt onderzocht. Zijn Hamas-beweging toonde zich ingenomen met de Palestijnse zelfmoordaanslag van donderdag. Minister van Informatie Joessef Rizka omschreef de aanslag, die is opgeeist door de Al Aksa Martelaren Brigades van de Fatah-partij van de Palestijnse president Machmoed Abbas, als ‘een natuurlijke reactie op Israelische misdaden’. “Verzet is een legitiem recht voor volkeren die leven onder een bezetting.”