Actie van 16 november 2005.
Afschrift aan de Raad voor de Journalistiek.
Geachte redactie,
Uw berichtgeving over de geschiedenis van Israel en Palestina op uw pagina ‘De geschiedenis van Israel en Palestina’ en een aantal gelieerde pagina’s is gekleurd en in een aantal gevallen onjuist.
NB Deze pagina heet momenteel: Nieuwsdossier Israel en Palestina.
Wij noemen:
1.
“De Israëliërs zijn zelfs bezig een grote muur om de Palestijnse Gebieden te bouwen.”
Israel heeft een hek gebouwd om gebieden waar veel Israeli’s wonen, om deze te beschermen tegen terroristische aanslagen. Zo min mogelijk, circa 5% bestaat uit een muur, namelijk alleen op die plaatsen waar vanuit dichte bebouwing sluipschutters ongezien het vuur zouden kunnen openen.
2.
“De Palestijnen zeggen dat ze afstammen van de Filistijnen. De joden stammen af van de Judeeërs.”
Dit is historische nonsens, die voortkomt uit Palestijnse propaganda. De Palestijnen behoren qua etniciteit, taal, cultuur en godsdienst tot het Arabische volk. Het enige onderscheid met andere Arabieren is dat zij in het mandaatgebied Palestina woonden. Verder is er geen verschil met bijvoorbeeld Libanezen, Syriërs of Irakezen. Die stammen net zo min af van de Filistijnen.
En de Joden stammen af van de Israëlieten, niet alleen van de stam Juda.
3.
“De Palestijnen en joden hebben allebei heilige plaatsen in Israel.”
De juiste terminologie zou zijn dat Moslims, Christenen en Joden heilige plaatsen in Israel hebben.
4.
“Drieduizend jaar geleden werden de Palestijnen in een oorlog door de joden verslagen.”
Dit is onjuist, dat waren de Filistijnen.
5.
“De joden zwierven uit over de hele wereld. De Palestijnen werden met rust gelaten en bleven gewoon in Palestina zitten.”
Dit suggereert dat er geen Joden in Israel bleven wonen. Dat is onjuist, er hebben altijd Joden gewoond.
En u vermeldt wederom Filistijnen waar u Palestijnen bedoelt. De Filistijnen verdwenen in de mist van de geschiedenis, niemand heeft ooit meer iets over hun bestaan gedurende de afgelopen 2.000 jaar gemeld.
6.
“Na de Eerste Wereldoorlog (die eindigde in 1918) werden de Engelsen de baas in Palestina. Zij beloofden dat de Palestijnen een eigen land zouden krijgen.”
A. U bedoelt hier de Arabieren in Palestina. Want er woonden ook Joden. Dat waren in de betekenis van destijds net zo goed Palestijnen, met een Palestijns paspoort enzovoort.
B. U laat een cruciaal feit weg, namelijk dat de Engelsen Palestina ook aan de Joden beloofden, in de Balfour declaratie uit 1917.
7.
“Maar aan die belofte hebben ze zich nooit gehouden.”
De Engelsen hebben zich wel degelijk aan de belofte aan de Arabieren in Palestina gehouden, het mandaatgebied Palestina werd namelijk in 1921 door de Engelsen gesplitst in een Arabisch deel (nu Jordanië) en een toekomstig Joods deel.
Het is juist de belofte aan de Joden waar zij zich niet hebben gehouden.
Dat werd door de Engelsen uiteindelijk overgelaten aan de Verenigde Naties.
8.
“Joden hadden het intussen vaak moeilijk in andere landen. … Na de oorlog wilden veel joden graag veilig bij elkaar wonen in één land. Ze verhuisden naar Palestina. Daar hadden hun voorouders tenslotte gewoond. …
De Palestijnen vinden het niet leuk dat er zoveel nieuwe mensen in Palestina komen wonen en er steeds meer macht krijgen.”
U gaat er opnieuw van uit dat er geen Joden in Palestina woonden tot 1945. Dat is onjuist. Officiële schattingen uit 1945 vermelden 1.076.780 Moslims en 608.230 Joden.
9.
“De Verenigde Naties stellen voor om het land in tweeën te verdelen. Ze willen de joden iets meer dan de helft van het land geven, en de Palestijnen iets minder.”
Zie hiervoor, er was reeds een Arabisch Palestina afgesplitst, dus het waren de Joden die (veel) minder dan de helft van het mandaatgebied Palestina kregen.
10.
“De Palestijnen vinden het een slecht voorstel. Ze werken er niet aan mee. De joden willen graag een eigen land en roepen een jaar later, op 14 mei 1948, zelf de staat Israel uit. Er breekt oorlog uit. Aan de ene kant vecht Israel, oftewel de joden. Aan de andere kant Palestijnen en Arabische landen.”
Dit is een vertekende voorstelling van de geschiedenis, “ze werkten er niet aan mee”. Zes Arabische legers vielen Israel aan met de bedoeling om het te vernietigen, ondanks het dringende beroep van Israel om de vrede te bewaren. De oorlog brak dus ook niet zo maar uit, dit was agressie van één partij tegen de andere.
11.
“De naam Palestina verdwijnt uit de atlas.”
Dit lijkt ons niet relevant, de naam Palestina had maar 30 jaar bestaan voor een mandaatgebied dat ook als tijdelijk bedoeld was. Als het een belangrijke naam was voor de Arabieren hadden zij Jordanie bijvoorbeeld Oost-Palestina (in plaats van de eerste benaming Trans-Jordanie) kunnen noemen.
12.
“Een paar jaar later breekt er opnieuw oorlog uit. Israel verovert nu ook de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever.”
Opnieuw is het niet een oorlog die ‘zo maar uitbreekt’. De Arabische regeringen verklaarden Israel de zee in te willen drijven.
13.
“De joden willen de gebieden niet meer teruggeven.”
Dat is volkomen onwaar, alle vredesbesprekingen zijn daarop gericht geweest. Het principe van ‘land voor vrede’ vorm in 1967 al de basis voor de befaamde resolutie 242 van de Veiligheidsraad. Die is door Israel direct aanvaard.
De Arabische landen verwierpen die overigens met de drie nee’s (nooit onderhandelingen met Israel) van Khartoem uit 1967. Daardoor werden onderhandelingen over teruggave pas decennia later mogelijk.
14.
“De Palestijnen in de bezette gebieden voelen zich onderdrukt. Ze willen zelf de baas zijn in de bezette gebieden. Ze richten een eigen organisatie op, de PLO.”
Dit is weer Arabische propaganda fantasie die volkomen foutief is. De PLO is opgericht om tegen Israel te strijden met als doel “de eliminatie van het zionisme in Palestina” (artikel 15 van het Handvest van de PLO, hierin wordt Palestina gedefinieerd als het hele gebied van het Britse Mandaat).
Dat was in 1964, dus voor er bezette gebieden bestonden.
15.
“Sommige mensen van de PLO willen een eigen land krijgen door te praten met Israel.”
Dit is onjuist, het Handvest van de PLO zegt uitdrukkelijk dat “de gewapende strijd is de enige manier om Palestina te bevrijden”(zie: artikel 9 van het Handvest van de PLO).
16.
“Andere PLO-ers willen met geweld een eigen land krijgen. Ze laten bommen ontploffen en vermoorden mensen. Ook onschuldige burgers en kinderen gaan daarbij dood.”
Het woordje “ook” is misplaatst, het zijn vrijwel uitsluitend onschuldige burgers die de dood vinden door deze terreur.
17.
“Israel slaat hard terug. Ze vallen dorpen aan waar ze denken dat PLO-strijders zitten. Daarbij gaan veel onschuldige mensen dood.”
Het aantal onschuldige slachtoffers is minder dan het aantal terroristen.
Niet onvermeld mag blijven dat de meeste onschuldige slachtoffers vallen doordat de terroristen zich schuilhielden tussen burgers, het zogenaamde gebruik van menselijke schilden, hetgeen een oorlogsmisdaad is.
18.
“Ariel Sharon, die nu de minister-president is van Israel, wordt ervan verdacht dat hij de leiding geeft aan moordpartijen onder Palestijnen.”
Daar wordt hij helemaal niet van verdacht, het is algemeen bekend dat hij begin jaren vijftig een militaire eenheid leidde in de strijd tegen terrorisme. De suggestie van moedwillige moordpartijen onder willekeurige Palestijnen is vals.
19.
“In oktober 2000 gaat Ariel Sharon naar de Tempelberg. Dat is een heilige plaats voor de Palestijnen. Palestijnen worden daar boos over.”
U laat het essentiële feit weg dat het ook een heilige plaats voor Joden is. En dat het dus vreemd is dat de Palestijnen zo boos zijn over het bezoek dat ze met zo veel geweld reageren. En u spreekt weer over Palestijnen waar u Moslims bedoelt.
20.
“Ze gooien met stenen. De Israelische politie schiet een paar Palestijnen dood. Er volgen grote demonstraties. Aan allebei de kanten vallen daarbij doden.”
U stelt deze start van de tweede intifada voor als iets dat spontaan ontstaan is en naar aanleiding van het bezoek van Sharon aan de Tempelberg.
Dat is onjuist. Op onze site staan een aantal bewijzen dat het geweld sinds eind september 2000 van Palestijnse zijde al maanden voorbereid was:
* Arafat talks of battles in a few weeks, Agence France-Presse, June 25, 2000,
* Palestinians prepare for September war, Ha’aretz, July 4, 2000,
* Palestinian Authority admits: warfare was planned, Associated Press, March 4, 2001.
21.
“De een doet iets naars, de ander neemt wraak.”
U laat het essentiële verschil weg dat Israel haar acties richt tegen gewapenden (die zich helaas wel vaak achter burgers verschuilen, zie hiervoor) om nieuwe slachtoffers te voorkomen, maar dat de Palestijnen zich richten op het maken van zo veel mogelijk burgerslachtoffers.
22.
“Israel denkt de problemen op te kunnen lossen door een muur te gaan bouwen om een deel van de bezette gebieden heen.”
Zie reactie bij punt 1.
23.
“De Palestijnen en Israëliërs moeten vreedzaam samenleven en met elkaar praten om tot een oplossing te komen. Een muur tussen twee bevolkingsgroepen inzetten is geen oplossing vinden deze mensen!”
U laat het essentiële feit weg dat Israel meer dan tien jaar lang wel heeft gepraat maar dat de terreur alleen maar toenam in die periode. Verder laat u het belangrijke feit weg dat het hek al honderden, zo niet duizenden mensenlevens (aan beide zijden!) heeft gered. Het heeft dus bewezen om op dit moment wel een (tijdelijke) oplossing te zijn.
24.
“De Israelische en de Palestijnse leiders zeggen dat ze het plan ‘de routekaart voor de vrede’ willen gaan uitvoeren.”
Dat is onjuist. De Palestijnse Autoriteit heeft de Routekaart weliswaar ondertekend, maar heeft ook vanaf het begin consequent gezegd dat zij de belangrijkste verplichting daaruit, die ook Fase 1 vormt, niet zullen uitvoeren (het ontmantelen en ontwapenen van terroristische groepen).
Zie bijvoorbeeld: Palestinian premier won’t confront militants, The Associated Press, October 6, 2003.
25.
“Ze zijn bang dat Sharon maar een paar gebieden terug geeft en dan zal zeggen dat de Palestijnen over de rest niet meer moeten zeuren. Er zijn namelijk nog veel meer joodse nederzettingen in de Palestijnse gebieden.”
Uw achterliggende veronderstelling hierbij is dat al het gebied dat Israel heeft veroverd in 1967 Palestijns zou moeten worden. Dat is onjuist. Dit is geen uitgangspunt van resolutie 242, die spreekt van het recht op veilige grenzen
voor Israel. Ook de Oslo-akkoorden en de Routekaart – die op resolutie 242 gebaseerd zijn – gaan uit van een ander principe, namelijk dat de uiteindelijke grenzen in onderlinge overeenstemming bepaald zullen worden.
26.
“De een vond Arafat een slecht man, een terrorist! Vooral de Amerikanen en Israëliërs vonden dit. Anderen vonden Arafat een vrijheidsstrijder die deed wat nodig was voor zijn Palestijnse volk.”
Volgens Van Dale (derde druk 2002) is terrorisme: “het ontwrichten van een samenleving door daden van terreur, met een politiek oogmerk” en is een terrorist “iemand die daden van terrorisme pleegt”. Arafat is dus ook volgens objectieve maatstaven een terrorist.
N.B. Deze tekst staat ook op de pagina: ‘Yasser Arafat’.
27.
“En nu is het geweld echt losgebroken. De regering van Israël wil alle leiders van een Palestijnse groep vermoorden.”
U bedoelt hier waarschijnlijk Hamas. U laat weg dat die in haar Handvest, in artikel 7, heeft staan:
“De dag de Oordeels komt niet totdat moslims alle Joden ter dood hebben gebracht.” Het is dus niet zo maar een ‘groep’. Het is alleszins te rechtvaardigen dat leiders van organisaties die moord tot doelstelling hebben worden uitgeschakeld.
N.B. Dit citaat is van uw pagina: ‘Geweld wint in Israel en Palestina.’
28.
“In die oorlog zijn 6 miljoen joden vermoord omdat heel veel mensen een hekel aan ze hadden. Om veiliger te kunnen leven, met alle joden bij elkaar, besloten de Verenigde Naties dat joden een eigen land moesten hebben.”
U geeft het weer of dit een idee was van na de Tweede Wereldoorlog.
Dat is onjuist. Het was reeds toegezegd door Engeland als toekomstig mandaathouder in de Balfour declaratie in 1917 en door de Volkerenbond bij het verstrekken van het mandaat aan Engeland in 1920.
N.B. Dit citaat is van uw pagina: ‘Israel’.
Op die pagina staat overigens nog een aantal misvattingen, identiek aan hierboven.
29.
“Israel en de Palestijnen hebben al heel lang ruzie met elkaar. Amerika steunt in die ruzie bijna altijd Israel.”
Dat laatste is geen objectief feit, maar een mening van veel Arabieren.
Zo hebben de Amerikanen bijvoorbeeld ten tijde van president Clinton de Palestijnse politie opgeleid en in Camp David bemiddeld tot de vorming van een Palestijnse staat.
N.B. Dit citaat is van uw pagina: ‘Terreur in naam van de islam.’
30.
“Israel slaat altijd hard terug. Soldaten en tanks rijden dan vaak Palestijns gebied binnen en nemen wraak. Daarbij gaan ook vaak veel onschuldige Palestijnen dood.”
A. Israel slaat niet altijd terug. Israel heeft een aantal malen getracht door terughoudendheid het geweld te laten afnemen. Dit bleek helaas nimmer tot resultaat te leiden.
B. Dit suggereert dat Israelische soldaten en tanks Palestijns gebied binnenrijden om willekeurig wraak te nemen. Dat is nooit het geval. De acties zijn erop gericht om terroristen te arresteren of uit te schakelen.
C. En de onschuldige slachtoffers vallen zoals reeds eerder vermeld in veel gevallen als gevolg van het feit dat de terroristen zich schuilhielden tussen burgers, een oorlogsmisdaad.
D. U wekt de suggestie of de meeste slachtoffers onschuldig zijn. Echter, terroristen vormen de meerderheid. Volgens de laatste statistieken (bijgewerkt tot 1 oktober 2005) zijn er sinds het begin van de tweede intifada 3.241 Palestijnse doden gevallen. Daaronder waren 1.119 door Israel gedode ongewapenden, dit is 35%.
N.B. Dit citaat is van uw pagina: ‘Yasser Arafat’.
Wij vinden de wijze waarop hier de waarheid geweld wordt aangedaan zeer teleurstellend, zeker voor een instelling die geacht moet worden om de zuivere feiten weer te geven.
Wij vragen u daarom bovengenoemde onjuistheden op korte termijn te corrigeren.
Reactie redactie Schooltv:
Naar aanleiding van uw email hebben wij besloten het dossier over de geschiedenis van Israel en Palestina nog eens kritisch te gaan bekijken. De door u genoemde punten zullen meegenomen worden in de beoordeling ervan. Fouten zullen gecorrigeerd worden, maar uw zienswijze over ‘gekleurde berichtgeving’ hoeft niet persé met die van ons overeen te komen.
Inmiddels heeft Schooltv een groot aantal aanpassingen gedaan. Onder meer het Algemeen Dagblad heeft aandacht besteed aan het succes van deze actie.