27 mei 2005.
“Het Europa van staatshoofden zonder eer en hersens, van politici zonder geweten en zonder gezond verstand en zonder moed. Kort samengevat, het zieke Europa. Het Europa dat zich als een sloerie aan sultans, kaliefen, viziers en janitsaren van het nieuwe Ottomaanse Rijk verkocht heeft. Met andere woorden: Europa is Eurabia geworden. En daar zal ik nu het bewijs voor leveren.”
Dat schrijft de temperamentvolle Oriana Fallaci in De kracht van de rede, een anti-islamitisch pamflet. Het volgt De woede en de trots op, een tirade die reageerde op 11 september.
Waar levert de befaamde Italiaanse journaliste dan het bewijs van? Wel, dat de tsunami van miljoenen moslims in Europa het resultaat is van een overeenkomst tussen het Europese leiderschap (verenigd in wat toen nog EEG heette) en de olielanden.
Dat leiderschap zou na de oliecrisis in de jaren zeventig de belangen van de eigen bevolking verkwanseld hebben. De olielanden hadden namelijk de westerse wereld in 1975 een eisenpakket met embargo opgelegd. Al na negentien dagen ging Europa door de knieen. Het tekende een verklaring waarin het Israel verloochende en opende haast panisch de Europees-Arabische dialoog in een reeks conferenties.
Er werd (let wel: in 1975) een tijdschriftje opgericht met de naam Eurabia, dat de “nieuwe eensgezindheid” met de islam moest uitdragen. Uit dorst naar olie (en niet naar gerechtigheid) is ‘Europa’ zo begonnen de islam naar de mond te praten. De immigratie werd op allerlei manieren vergemakkelijkt.
Want de uitruil was: vrije immigratie van moslims in ruil voor olie. En steun voor het Palestijnse terrorisme in plaats voor het bedreigde Israel.
Hoho, zult u zeggen. Dat zijn grove aantijgingen. Dat mag je niet zomaar opschrijven als je geen bewijzen hebt. Welnu, het is bewezen. Een Zwitserse onderzoekster van reputatie, Bat Ye’or, heeft het boven water getild en op haar baseert Fallaci zich.
Zelf vond ik het toch nog moeilijk te geloven. Deze week sprak ik professor Hans Jansen, de bekende arabist, op de islamconferentie in Rotterdam. “Vergis je niet, dat hele verhaal is van a tot z gedocumenteerd”, zei hij. “Trouwens, bij die conferenties was ik zelf aanwezig.”
Maar waarom hoor je daar nooit wat over, behalve in zo’n excentriek geschrift als van Fallaci? “Ach ja, het is nu eenmaal geen leuk bericht. Niemand ziet het als zijn cup of tea om dat aan de man te brengen.”
Behalve deze twee dappere oude dames dan. We mogen Fallaci en Bat Ye’or wel dankbaar zijn.
Zie ook: www.thankyouoriana.it.
Oriana Fallaci, De kracht van de rede. Uitg. Bert Bakker, 336 pp., ISBN 90-351-2753-6.