Bijdrage aan het tijdschrift Communicatie, 16 november 2004.
De vraag van het tijdschrift aan Likoed Nederland luidde: “Welke public relations strategie zou de nieuwe Palestijnse leider moeten/kunnen voeren om met succes het doel van het stichten van een eigen staat dichterbij te brengen?”
De PR van de vorige Palestijnse leider Arafat is opmerkelijk geweest: naar de Westerse wereld een boodschap van vrede en naar de Arabische wereld en zijn eigen mensen een boodschap van jihad, haat en martelaarschap als hoogste doel.
Nog opmerkelijker is dat hij daar jaren mee is weg gekomen, onder meer omdat door zijn grote interne machtspositie er niemand anders was om mee te onderhandelen en omdat hij – doordat hij zo lang mee draaide op het wereldtoneel – een bepaald aureool had gekregen.
Op een gegeven moment was het toch over en weigerden Amerika en Israel (zowel links als rechts, met uitzondering van extreem-links) nog verder met hem te praten.
De opvolger van Arafat is daarmee met een onmogelijke opgave opgezadeld om tot een Palestijnse staat te komen. In het licht van wat Arafat gedaan heeft kan hij die communicatie tactiek (de dubbele boodschap) niet meer volgen; Amerika en Israel zullen alleen willen praten als het andere beleid ook blijkt uit daden, niet alleen uit woorden.
Dit terwijl de Palestijnen zelf door de PR van Arafat zijn geradicaliseerd. Media en scholen (allemaal onder controle van Arafat) hebben één boodschap gebracht: geen acceptatie van Israel, Jodenhaat, martelaarschap als hoogste doel in het leven. De zelfmoordenaars zijn de helden van de Palestijnse samenleving. Mensen die zich pro vrede uitlaten dienen als ‘collaborateur’ vermoord te worden.
Deze indoctrinatie heeft zijn uitwerking niet gemist; bij een opiniepeiling afgelopen september bleek dat 77% van de Palestijnen achter zelfmoordaanslagen op willekeurige Israelische burgers te staan.
Het betekent dat het voor een nieuwe Palestijnse leider (met een wankele machtsbasis) onmogelijk is om op korte termijn de terreur daadwerkelijk te bestrijden en daardoor de Palestijnen naar een compromis met Israel te leiden.
Dat is helaas de erfenis van Arafat: niet alleen heeft hij heeft de Palestijnse staat die hij op een presenteerblaadje aangeboden kreeg door president Clinton en premier Barak in 2000 en 2001 afgewezen, hij heeft er ook voor gezorgd dat een dergelijk aanbod niet snel opnieuw zal worden gedaan.