Opinie-artikel van Likoed Nederland, 10 november 2004.
Een van de opmerkelijkste dingen in het leven van Jasser Arafat was hoe hij vaak hij een dodelijke situatie overleefde, zowel in fysiek als in politiek opzicht.
Nu hij zijn negende leven verbruikt heeft kan de eindbalans worden opgemaakt.
Jasser Arafat werd geboren en groeide op in Cairo als kind van Palestijns-Arabische ouders. Een grote invloed in zijn jeugd was zijn oom Al-Husseini, de voormalige grootmoefti van Jeruzalem. Deze grootmoefti speelde een grote rol bij het slechter wordende klimaat tussen Arabieren en Joden in het Palestina tot 1945. Hij was de aanjager van antisemitisme en anti-Joods geweld in die jaren. Hitler werd daardoor uiteraard zijn grote bondgenoot. De grootmoefti hielp Hitler door tienduizenden SS-soldaten te werven onder de moslims op de Balkan. Op de vlucht voor de naoorlogse tribunalen voor oorlogsmisdadigers kwam ook hij in Cairo terecht.
Arafat heeft herhaaldelijk deze oom zijn grote voorbeeld genoemd. Twee jaar geleden nog beschreef Arafat in een interview met de Palestijnse krant Al Quds hoe hij op hem leek qua overlevingskunst en noemde hem “onze held”.
Jasser Arafat dient begrepen te worden vanuit dit vertrekpunt, een opvoeding vol haat jegens Joden. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat hij in de jaren vijftig zelf actief wordt op anti-Israelisch gebied in de terreurbeweging Fatah.
De Westbank en de Gazastrook waren destijds nog bezet door Jordanie en Egypte.
Niettemin richt Arafat’s PLO zijn terroristische acties niet tegen hen, maar tegen Israel. Hun doel leggen zij vast in het PLO Handvest: het is het ‘bevrijden van zionisten’ van Palestina, door gewapende strijd.
Hij kan zijn positie vestigen door massieve hulp van de Russische KGB, die in hem een uitstekend strijdmiddel zien in de Koude Oorlog.
De terreur joeg mensen over de hele wereld angst aan. In besloten kring pochte Arafat dat hij “de uitvinder van de vliegtuigkaping” was. De terreur hielp Arafat aan een grote machtsbasis. De terreur diende zowel voor intimidatie en eliminatie van tegenstanders, als voor het verwerven van grote sommen geld, onder meer via afpersing. Vorige week schatte Aljazeera daarom het door Arafat persoonlijk beheerd vermogen op circa 5 miljard dollar.
Als gevolg van deze machtsbasis blijkt een vredesovereenkomst zonder Arafat niet mogelijk. Zo komt er niets terecht van de toegezegde autonomie, die is afgesproken in het vredesakkoord met Egypte in 1978, aan de Palestijnen op de Westbank en Gaza. Daar durft niemand het aan om tegen de zin van de PLO in te gaan door in een lokaal bestuur plaats te nemen.
Ondanks dit afschuwelijke verleden van Arafat zet begin jaren negentig de Israelische Arbeiderspartij de gewaagde stap om een vredesverdrag met hem te sluiten. De redenatie is dat Arafat toch politiek danig verzwakt is door zijn steun aan Saddam Hoessein in de eerste Golfoorlog. De hoop is dat Arafat de omslag zal maken van terrorist naar staatsman, als hij zijn eigen volk kan leiden.
Arafat blijkt echter niet van het kaliber van Mandela te zijn. Arafat blijft de revolutionair, immer gekleed in een legeruniform, met een pistool onder handbereik. In plaats van zijn mensen te leiden naar vrede bleef geweld zijn handelsmerk. De externe vijand is nodig om zijn bewind te handhaven. De keer op keer in de verdragen met Israel neergelegde verplichting om op te treden tegen terreur wordt niet uitgevoerd.
Integendeel, er zijn vele bewijzen dat Arafat terreurorganisaties aanmoedigde en financierde, in de eerste plaats uiteraard via de aan zijn eigen Fatah gelieerde Al-Aqsa martelaren brigades.
Zijn boodschap in de Arabischtalige media wordt gekarakteriseerd door haat en het verheerlijken van geweld. Martelaarschap wordt het hoogste ideaal dat volwassenen en zelfs kinderen kunnen bereiken. Deze voortdurende indoctrinatie door scholen en door de onder Arafat’s controle staande media blijkt te werken. Bij een opiniepeiling afgelopen september bleek 77% van de Palestijnen voorstander van zelfmoordaanslagen op Israelische burgers te zijn.
Zo lijkt echte vrede voor minstens een generatie onbereikbaar.
De keuze voor het geweld heeft echter desastreuze gevolgen gehad, zowel voor Palestijnen als Israeliers.
Voor de Palestijnen komt er met Arafat een dictatoriaal bewind, waarin mensenrechten worden genegeerd. Goed bestuur interesseert Arafat niet, macht wel. Corruptie wordt de norm, bij elke grote opdracht dient 10% ‘bescherming’ betaald te worden. Daarnaast is er een enorme toename van de terreur, wat Israelische veiligheidsmaatregelen uitlokt. Het toerisme stort in. Dit alles zorgt ervoor dat de Palestijnse economie in een duikvlucht belandt, juist nadat onder Israelisch bestuur grote vooruitgang was geboekt in de gezondheidszorg, onderwijs en welvaart. De Palestijnse gebieden behoorden tot de welvarendste van de Arabische wereld. Na tien jaar bewind van Arafat is daar weinig meer van over. Ondanks de enorme bedragen aan ontwikkelingshulp (het hoogste per inwoner ter wereld) is het inkomen meer dan gehalveerd.
Israeliers lijden uiteraard zwaar onder de terreur. Deze vraagt vele onschuldige slachtoffers, doden en ook heel veel gewonden, met vaak blijvende invaliditeit tot gevolg. Dagelijks moet geleefd worden onder de angst voor het eigen leven en dat van je dierbaren. De vele veiligheidsmaatregelen heffen een zware tol op het dagelijks leven en de economie.
Zo geraakte vrede verder weg dan ooit. De Palestijnse staat, waarin zowel in de Oslo-akkoorden van 1993, de Camp David onderhandelingen in 2000, de Taba onderhandelingen in 2001 en de Routekaart naar vrede in 2003 uitzicht op boden raakt steeds verder uit beeld. Want aan de voorwaarde daartoe, het afzweren van de terreur, werd nooit voldaan.
Het is ironisch dat de enige man die in staat zou zijn geweest om de Palestijnen in te laten stemmen is blijven hangen in de oude vijandsbeelden, waardoor het voor vrede benodigde compromis buiten bereik bleef.
Die invloed had hij te danken aan zijn negen levens; de adoratie die hij genoot door zo lang mee te lopen op het politieke wereldtoneel.
Zo kwam Arafat ook weg met zijn dubbele boodschap: tegelijk vrede (in het Engels) en geweld (in het Arabisch). Maar dat zal niet langer meer opgaan.
De Palestijnen zullen moeten kiezen. Hopelijk voor vrede, maar gezien de negatieve spiraal waarin Arafat hen gebracht heeft, helaas waarschijnlijk eerder voor geweld.
Zo zal de gewelddadige erfenis van Arafat niet snel verdwijnen. Premier Sharon van Israel heeft dit voorzien met zijn plannen voor een eenzijdige terugtrekking uit Gaza en de bouw van een veiligheidshek op de Westbank. In het te verwachten toenemende geweld moet veiligheid bewerkstelligd worden door
het scheiden van de bevolkingsgroepen.
Kunnen die hekken dan niet weg, zoals het was voor het tijdperk Arafat?
Daarvoor is nodig dat er een Palestijnse leiding komt die genoeg heeft van het geweld. Een leiding die prioriteit legt bij de eigen bevolking, bij goed bestuur, bescherming van rechten en welvaart. Het is te hopen dat dat tijdperk nu dichterbij komt.