Opinie-artikel van Likoed Nederland in de Haagsche Courant, 26 februari 2004 en in het Friesch Dagblad, 27 februari 2004.
Het veiligheidshek is een logisch gevolg op de gebeurtenissen van de afgelopen tien jaar. Die periode begon met de Oslo akkoorden. Daarin gaf Israel autonomie aan de Palestijnen en daarmee kwam Arafat aan de macht. Die beloofde plechtig in ruil daarvoor een einde te maken aan de terreur.
In werkelijkheid gebeurde het tegenovergestelde van alles wat in de Oslo-akkoorden was vastgelegd. De terreur verveelvoudigde, met name gepleegd door Arafat’s eigen Fatah-milities en Al-Aqsa Martelaren Brigades. De zelfmoordaanslagen begonnen. De haat- en antisemitisme campagne in de Palestijnse staatsmedia en op de Palestijnse scholen ging van start. Zo zorgt Arafat ervoor dat dit conflict wordt overgedragen aan volgende generaties.
Desalniettemin bleef Israel naar een politieke oplossing zoeken. In 2000 en 2001 bood de Israelische regering onder Barak de Palestijnen een eigen staat aan met Jeruzalem als hoofdstad, datgene waar de Palestijnen naar zeggen te ijveren. Arafat weigerde en startte juist een nog grotere golf van geweld en terreur op, de zogenaamde tweede intifada.
Toch lanceerden in 2003 de Verenigde Staten de ‘routekaart naar vrede’, ondersteund door de Verenigde Naties, Rusland en Europa. De Israelische regering onder Sharon stemde er mee in. De routekaart stelt de Palestijnen eveneens een eigen staat in het vooruitzicht, mits de terreur zou worden beeindigd. Het regime van Arafat blijkt daar echter niet bereid toe te zijn.
Het is dan toch geen wonder dat Israel ophoudt met het zoeken naar een politieke oplossing en voor dit moment kiest voor een fysieke oplossing. Die blijkt uitermate doeltreffend te zijn. Sinds dergelijke veiligheidshekken bij Gaza en Libanon staan is het zelfmoordterroristen nooit gelukt om van daaruit Israel binnen te dringen.
Stelt u zich eens voor wat de veiligheid van dat hek dan voor gewone Israeli’s betekent. Er kan weer een normaal maatschappelijk leven op gang komen.
Mensen durven weer de straat op te gaan. Cafes en restaurants gaan weer open en krijgen weer bezoekers. Ze hoeven geen bewakers meer bij de ingang te hebben staan die iedereen moeten fouilleren. Israeli’s kunnen het weer wagen met de bus te reizen. Ze staan geen doodsangsten meer uit als geliefden de bus nemen. Ze schrikken niet meer van elk telefoontje als ze weten dat een bekende met de bus onderweg is. Het is nauwelijks voor te stellen wat een opluchting dat is voor ouders van wie de kinderen met de bus naar school gaan.
Vertaalt u die situatie eens naar Nederland. Hoe zouden Nederlanders reageren als hier meer dan 900 doden en 4.500 gewonden waren gevallen door terreur?
Gewone mensen die vermoord zouden worden omdat ze in een restaurant zitten te eten of met de bus reizen. Zouden Nederlanders gelaten toekijken? Of zouden zij ook stevige maatregelen eisen van de regering?
Dit hek gaat dus om mensenrechten: het recht van gewone mensen om vrij van angst te mogen zijn, om te mogen leven. Dat recht staat ook in de Geneefse Conventie, waarvan de Algemene Vergadering nu om toepassing vraagt voor het Internationaal Gerechtshof. Het is waar dat het hek in conflict komt met andere mensenrechten, namelijk dat van de Palestijnen op vrijheid van beweging en het hebben van bezit. Ons lijkt het recht op leven belangrijker.
Daarnaast geldt dat als twee mensenrechten met elkaar botsen een politieke oplossing noodzakelijk is. Daarvoor is de Routekaart naar vrede, onderschreven door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. De Algemene Vergadering van de VN gaat daar nu echter tegenin door een aspect voor te leggen aan het Internationale Gerechtshof. Zij handelt daarmee in strijd met de eigen statuten van de VN.
Het is een poging van de Arabisch/Islamitische landen om na de Algemene Vergadering ook het Internationaal Gerechtshof te politiseren. Terecht dat de Westerse landen inclusief Nederland zich daartegen verzetten en het Hof gevraagd hebben geen juridisch advies te geven.
Dat de Algemene Vergadering stelt dat het hek op sommige plaatsen op bezet Palestijns gebied staat is eveneens een verpolitiekte stellingname. Wat namelijk meestal wordt aangeduid als ‘de grenzen van 1967’ is feitelijk de wapenstilstandslijn van 1949. Een wapenstilstandslijn is nog geen grens. De befaamde resolutie 242 van de Veiligheidsraad stelt uitdrukkelijk dat Israel recht heeft op veilige grenzen, in ruil voor een gedeeltelijke terugtrekking uit bezet gebied.
Vandaar dat in alle vredesplannen tot op heden is vastgelegd dat de definitieve grenzen nog in onderhandelingen dienen te worden bepaald.
Laten wij hopen dat er bij de Palestijnen een nieuwe leiding komt die dat onderhandelingsproces wel serieus wil ingaan. Een leiding die niet kiest voor terreur als middel om het eigen regime te handhaven. Dan kan het hek weer weg, net als voor het tijdperk Arafat.