13 februari 2004.
“Premier Sharon is verantwoordelijk voor deze infame leugens. De crisis waarin hij zelf verkeert door de fraude-aantijgingen tegen hem en zijn zonen, is de achtergrond van de verhalen.” Met die beschuldiging reageerde Suha Arafat gisteren op persberichten dat de Franse justitie de herkomst nagaat van negen miljoen euro, die tussen juli 2002 en juli 2003 vanuit Zwitserland op haar Franse bankrekeningen zijn overgemaakt.
De veertigjarige vrouw van de Palestijnse president sprak met het in Londen verschijnende pan-Arabische dagblad Al-Hayat. Dat er geld is overgemaakt ontkende ze niet. “Maar is het vreemd dat Arafat geld naar zijn vrouw in het buitenland stuurt? Tenslotte werk ik hier voor de Palestijnse zaak.”
Arafat en geld. Het is een onderwerp dat niet alleen de media, maar ook de Israelische en westerse veiligheidsdiensten al heel lang fascineert. Misschien vooral omdat de Palestijnse leider de vele miljoenen dollars die hij beheert, duidelijk niet spendeert aan gouden bedden en paleizen. Als hij niet door Israel zou zijn gedwongen in een ruine in Ramallah te wonen, zou Arafat nog steeds in zijn eenvoudige huis in Gaza-stad zitten.
Hij gebruikt zijn vermogen – voorzover het niet is geinvesteerd of opgepot – om loyaliteit en invloed te kopen. En om operaties uit te voeren die hij niet aan de grote klok wil hangen.
Pas sinds kort wordt het hem moeilijker gemaakt. De donorlanden die het Palestijnse Bestuur financieel op de been houden en Salam Fayad, de kritische Palestijnse minister van Financien, dringen steeds krachtiger aan op een doorzichtig financieel beleid.
Over hoeveel geld kan Arafat beschikken? De schattingen lopen ver uiteen. In 1990 concludeerde de Amerikaanse inlichtingendienst dat Arafat en zijn Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) een vermogen beheerden van tussen de acht en veertien miljard dollar. In augustus 2002 vertelde het hoofd van de Israelische militaire inlichtingendienst dat Arafat over 1,3 miljard dollar beschikt.
Dat is heel wat meer dan het bedrag dat Forbes Magazine vorig jaar onthulde: driehonderd miljoen.
Vast staat dat de negen miljoen euro die Suha Arafat vanuit Zwitserland zou hebben ontvangen, niet meer is dan het topje van de geldberg. Naar verluidt maakt Arafat maandelijks honderdduizend dollar over naar zijn vrouw en zijn dochtertje Zahwa (8), in Parijs.
Maar als de wildste verhalen kloppen komen ze met die toelage lang niet uit. De New York Daily News meldde vorig jaar dat Suha voor zichzelf en haar personeel een hele etage in het Parijse hotel Le Bristol had afgehuurd a raison van zestienduizend dollar per nacht.
Volgens dezelfde krant is ze kort geleden verhuisd naar een luxe appartement elders in de stad. Dat zou kunnen verklaren waarom ze twee miljoen euro heeft gestort op de rekening van een binnenhuisarchitect, althans volgens het Franse weekblad Le Canard Enchaine.
De onthullingen in de Franse pers komen op een voor Arafat wel heel ongelukkig tijdstip, nu zijn Fatah-organisatie een diepe crisis doormaakt.
En dan is er het nog lopende onderzoek door OLAF, de anti-fraudecommissie van de Europese Unie. Onder meer op grond van documenten die het Israelische leger heeft gevonden in Arafats hoofdkwartier is de commissie kennelijk al tot de conclusie gekomen dat vele miljoenen euro’s, bestemd voor humanitaire hulp, zijn terechtgekomen bij Fatahs Aksa-brigade en bij Hamas, twee organisaties die zelfmoordaanslagen uitvoeren in Israel.
Een studie van het Internationale Monetaire Fonds (IMF) concludeerde vorig jaar dat de Palestijnse leider tussen 1995 en 2000 een bedrag van negenhonderd miljoen dollar spoorloos heeft laten verdwijnen. Het IMF concludeerde ook dat Arafats kantoor een budget heeft van 74 miljoen dollar, waarvan de president 34 miljoen naar eigen goeddunken mag besteden.
De negenhonderd miljoen zijn mogelijk via Zwitserland weggesluisd naar belastingparadijzen. Eind 2002 opende de Israelische justitie een onderzoek naar de praktijken van twee Israelische zakenlieden, die hand- en spandiensten zouden hebben verleend aan Arafats transacties.
Een van de twee, Ozrad Lev, vertelde destijds het dagblad Maariv dat hij in gewetensnood was geraakt, toen hij zich realiseerde dat het geld gebruikt kan zijn voor terreuraanslagen.