Volgens auteurs botst een van hun conclusies met politieke correctheid.
Noot van Likoed Nederland: blijkbaar is Nederland nog ‘politiek correcter’ dan België, want in de Nederlandse pers hebben wij deze informatie niet gezien. Zie voor meer informatie het genoemde artikel in de Financial Times: EU body shelves report on anti-semitism.
BRUSSEL — De Amerikaanse Democraat Robert Wexler en enkele Duitse Europarlementsleden roepen de Europese Unie op om zonder dralen een rapport over antisemitisme in Europa te publiceren. Het European Monitoring Centre on Racism and Xenophobia (EUMC), dat de studie bestelde, weigert omdat de kwaliteit van het rapport “pover” is.
Maar volgens de auteurs van het rapport ligt het echte struikelblok elders: bij hun conclusie dat vooral jonge moslimmigranten verantwoordelijk zijn voor antisemitisme in Europa.
Het EUMC werd in 1998 opgericht in Wenen om de EU en de lidstaten objectieve en betrouwbare informatie te leveren over racisme, xenofobie en antisemitisme. Zo publiceerde de organisatie sinds de aanslagen van 11 september 2001 al drie rapporten over negatieve houdingen tegenover moslims.
Na een opstoot van antisemitisme in maart/april 2002 bestelde het EUMC een studie hierover bij het gerenommeerde Zentrum fur Antisemitismusforschung van de Technische Universiteit Berlijn.
De Europese organisatie verwierp gisteren de aantijging dat het in februari besliste “het rapport op te bergen omdat de studie besluit dat moslims en pro-Palestijnse groeperingen achter veel van de incidenten zitten”, zoals de Financial Times (FT) zaterdag schreef. Het EUMC laat weten dat het “zijn onderzoek over antisemitisme voortzet en de resultaten begin volgend jaar zal publiceren”.
Het EUMC is naar eigen zeggen een onafhankelijk orgaan dat het grootste belang hecht aan de kwaliteit, integriteit en geloofwaardigheid van zijn onderzoeken. En volgens Eliane Deproost van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, die namens België in de bestuursraad van het EUMC zit, ligt het kalf vooral daar gebonden: de povere kwaliteit van het onderzoek. De EUMC-directrice Beate Winkler verklaarde in de FT dat de onderzochte periode — mei en juni 2002 — niet representatief was en dat er een probleem was met de definitie van antisemitisme.
Die kritiek valt slecht in Berlijn. De definitie die we hanteerden, is gangbaar in academische kringen, reageert professor Werner Bergmann in een telefonisch interview.
“Niet wij kozen de periode, maar het EUMC. Wij moesten gewoon de synthese maken van materiaal dat wij toegestuurd kregen van nationale meldpunten die het EUMC zelf had aangeduid.”
“De delen over Nederland en Groot-Brittannië schreven we zelf omdat we uit die landen geen informatie kregen. Toen we aan het EUMC signaleerden dat het materiaal van sommige andere landen zeer zwak was, bijvoorbeeld omdat kleine ngo’s de gegevens hadden ingezameld en niet meer hadden gedaan dan eens langslopen bij een rabbijn, werd ons gevraagd die leemtes op te vullen met eigen onderzoek.” Bergmann geeft toe dat dit voor sommige landen niet altijd even gemakkelijk was, onder meer door taalperikelen, maar verdedigt het eindresultaat. “Het had gepubliceerd kunnen worden.”
Neen, volgens het Zentrum fur Antisemitismusforschung ligt de ware reden bij een conclusie in het rapport van 112 bladzijden: dat jonge moslimmigranten de belangrijkste groep daders van antisemitisme zijn.
“Dit is altijd al een strijdpunt met het EUMC. Maar we zouden dit niet mogen zeggen op zo’n algemene manier”, zegt Bergmann. “Ze weigeren te publiceren omdat dit botst met de politieke correctheid”, zegt Juliane Wetzel, mederedacteur van het rapport.
In zijn reactie zegt het EUMC dat het de daders van antisemitische daden gerust durft te identificeren als dat gefundeerd gebeurt.
Maar: “Wij houden ons niet bezig met het stigmatiseren van hele gemeenschappen op basis van de daden van racistische individuen.”
Volgens Eliane Deproost werd de beslissing van de EUMC-bestuursraad inderdaad ingegeven “door de wat hinderlijke, excessieve conclusie dat in sommige landen alleen groepen moslims verantwoordelijk zijn voor antisemitisme.”
Maar volgens Bergmann is dat nu eenmaal zo, onder meer in België en Nederland. En, zegt hij, “Winkler bevestigt onze bevindingen in een interview met FT-Duitsland “.
Daarin zegt Winkler: “Er zijn nieuwe verbindingen tussen rechts-extremisten en moslimfundamentalisten, jonge Arabische inwijkelingen die zich uitgesloten voelen en zich met de Palestijnen identificeren. Maar er is ook antisemitisme in links-extremistische hoek waar te nemen.”