Likoed vraagt NOS-redactie om rectificatie biografie Sharon
Actie van 12 augustus 2003. Afschrift aan de Raad voor de Journalistiek.
Geachte redactie,
Uw berichtgeving over Likoed partijleider Ariel Sharon op uw pagina ‘Ariel Sharon, keihard vechter voor veiligheid’ is zeer gekleurd en onjuist.
Onjuist zijn de volgende zinsneden:
1.
“Dat Ariel Sharon in België is aangeklaagd voor oorlogsmisdaden, is veelzeggend.” (uw openingszin) en “De zweem van oorlogsmisdadiger die al twintig jaar om hem heen hangt, heeft de Israelische premier nooit kunnen afschudden.”
Dat is onjuist in zijn onvolledigheid, een parlementaire enquêtecommissie vond dat toenmalig minister van defensie Sharon onvoldoende acht heeft geslagen op de signalen dat er mogelijk een bloedbad zou worden aangericht en dat hij wellicht meer had kunnen doen om het bloedbad te verhinderen. Vandaar dat hij inderdaad indirect verantwoordelijk is verklaard.
Exact hetzelfde kan echter gezegd worden over de Nederlandse politieke en militaire leiding inzake Srebrenica. Hier had het Nederlandse leger zelfs de expliciete opdracht om de burgerbevolking te beschermen.
Politieke vijanden mogen hem dan met graagte uitmaken voor oorlogsmisdadiger, hij heeft echter geen opdracht gegeven tot het bloedbad en is het dus niet. U maakt oud-minister Voorhoeve ook niet uit voor oorlogsmisdadiger.
2.
“Hierbij komen bijna achthonderd mensen om terwijl de Israelische militairen, waarover Sharon als Likud-minister van Defensie de leiding heeft, toekijken.”
De Israelische militairen keken helemaal niet toe, daarvoor was de afstand tussen de kampen en het Israelische oorlogsfront te groot. Hiermee kwalificeert u volkomen onterecht Israelische militairen en hun leiding tot oorlogsmisdadigers. Walgelijk.
3.
“Hij rechtvaardigt zijn bezoek aan de Tempelberg, waar de voor moslims heilige Koepel van de Rots staat, met de opmerking dat hij komt met een ‘boodschap van vrede’. Maar de Palestijnen zien in het bezoek maar één ding: een provocatie. De Tweede Intifada is een feit.”
Dat het bezoek van toenmalig oppositieleider Sharon de tweede Intifada heeft veroorzaakt is een sprookje uit de Palestijnse propaganda. Het geweld was lang vooraf gepland, daarvoor is afdoende bewijs te vinden, enkele voorbeelden:
- – Arafat talks of battles in a few weeks, Agence France-Presse, June 25, 2000
- – Palestinians prepare for September war, Ha’aretz, July 4, 2000
- – Palestinian Authority admits: warfare was planned, Associated Press, March 4, 2001
4.
“Verder houdt het Israelische leger huis in een vluchtelingenkamp bij Jenin… Onder de slachtoffers van deze wraakacties zijn aanvankelijk opvallend veel Palestijnse kinderen. De wereld reageert geschokt op de beelden van de dood van een Palestijns jongetje en zijn vader die samen dekking zoeken voor Israelisch gevechtsvuur. De dood van het jongetje en de reactie van de internationale gemeenschap laten Sharon Siberisch
koud.”
Hier haalt u echt alles door elkaar in uw poging om Sharon zwart te maken:
De wraakacties waren vooral gericht tegen Palestijnse politiekantoren, daarbij waren Palestijnse kinderen niet het slachtoffer. In Jenin was dat ook niet het geval. Bovendien was dat geen wraakactie maar een veldslag met gewapende terroristen. Met “huishouden in een vluchtelingenkamp” wekt u de foutieve suggestie dat het een actie was tegen burgers.
Inzake het jongetje verzuimt te vermelden dat er vuur was van beide zijden en dat nader onderzoek erop wijst dat het jongetje door Palestijns vuur is omgekomen en dat zelfs mogelijk het hele incident door de Palestijnen in scene is gezet, zie bijvoorbeeld: “Kleine Mohammed kwam niet om door Israelische kogels”, SP!TS, 19 maart 2002.
Maar het meest opmerkelijke is natuurlijk dat toen er “aanvankelijk opvallend veel Palestijnse kinderen” slachtoffer waren (het eerste halfjaar van de intifada), Sharon helemaal niet aan het bewind was, maar juist de socialistische premier Barak. Kunt u uitleggen waarom dit dan in een biografie van Sharon staat?
Als uw vele kwaadaardige onwaarheden in dit korte artikel de journalistieke normen bij de NOS in het algemeen weergeven ziet het er triest uit voor de publieke omroep.
Wij vragen u bovengenoemde onjuistheden op korte termijn te rectificeren.
Vervolgactie 3 september 2003:
Geachte redactie,
Wij constateren dat u de meeste onjuistheden op uw pagina ‘Ariel Sharon, keihard vechter voor veiligheid’
naar aanleiding van onze mail van 12 augustus j.l. inmiddels heeft aangepast. Daarbij heeft u echter het onderstaande verzuimd te corrigeren:
“Intussen treedt Sharon hard op tegen het geweld… De internationale gemeenschap reageert geschokt op het escalerende geweld in het Midden-Oosten, zeker als voor het oog van de camera een Palestijns jongetje in de armen van zijn vader sterft tijdens een Palestijns-Israëlisch vuurgevecht. Maar Sharon is niet onder de indruk.”
Wij maken u er nogmaals op attent dat u de chronologie door elkaar haalt; deze gebeurtenissen hebben niets met elkaar te maken. De dood van het Palestijnse jongetje was op 30 september 2000 (overigens hoogstwaarschijnlijk door Palestijns vuur en mogelijk in scene gezet). Barak was toen premier en Sharon oppositieleider. De verkiezingen waarbij Sharon tot premier werd gekozen, waren op 6 februari 2001, dus ruim 4 maanden later.
Het is daarom ook onbegrijpelijk dat u deze passage in een biografie van Sharon opneemt.
Wij vragen u dit alsnog op korte termijn te rectificeren.
Tot slot: ook na uw eerste correctie blijken er nog onjuistheden te zijn in uw berichtgeving. Er zijn dan ook vele misvattingen over het conflict in het Midden-Oosten. Mocht u daarom in de toekomst een beroep willen doen op onze materie-deskundigheid in deze dan is dat altijd mogelijk.