26 augustus 2002.
TOELKARM/TEL AVIV – Palestijnse militanten hebben zaterdag een 35-jarige vrouw doodgeschoten, nadat haar zoon door marteling tot een ‘verzonnen bekentenis’ was gedwongen die haar brandmerkte als collaborateur. Het is voor het eerst dat een vrouw het slachtoffer wordt van een interne Palestijnse liquidatie.
Ikhlas Khouli, moeder van zeven kinderen, was vrijdag uit haar huis in Toelkarm gesleurd en gedwongen een verklaring af te leggen die op video werd vastgelegd. De vrouw, een gele islamitische hoofddoek om haar hoofd, zei informatie over de verblijfplaats van een Palestijnse militant aan Israel te hebben doorgegeven. Deze militant, Ziad Daas, werd begin deze maand door Israelische troepen doodgeschoten.
Zaterdag werd Ikhlas Khouli geexecuteerd, door schoten in de borst en het hoofd. De al-Aqsa-brigades, verbonden aan Jasser Arafats Fatah-beweging, heeft laten weten verantwoordelijk te zijn voor de liquidatie.
“We weten dat de vrouw kinderen had, maar we hadden geen keus. We hebben haar zoon in leven gelaten, zodat hij voor het gezin kan zorgen”, aldus een woordvoerder tegenover het persbureau AP.
Deze zoon, de zeventienjarige Bakir, zegt dat hij het verhaal over de collaboratie van zijn moeder had verzonnen, nadat hij door al-Aksa-leden was gemarteld. Zij zouden hem met elektriciteitssnoeren hebben bewerkt en hem hebben beschuldigd van samenwerking met Israel. Daarop zou hij met het verhaal zijn gekomen over zijn moeders betrokkenheid bij het verraad van Ziad Daas.
Het Palestijns bestuur heeft niet op de dood van Ikhlas Khouli gereageerd.
De Israelische mensenrechtenorganisatie B’Tselem spreekt van een ‘schending van de mensenrechten, zoals in het geval van elke executie of moord’.