Ingezonden brief van Likoed Nederland in het maandblad Internationale Samenwerking, officiele uitgave van het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking, mei 2002.
In IS van maart stonden een aantal merkwaardige uitspraken in het artikel ‘Vredelievende vrijwilligers gezocht’, over zogenaamde burgerwaarnemers naar de Palestijnse gebieden.
Een van de uitspraken was van vrijwilliger Cees Otto: “Tweehonderd kinderen zijn door ‘ondervraging’ gedood sinds de tweede Intifadah.” Deze uitspraak is door IS in het aprilnummer gerectificeerd.
Een andere uitspraak was van vrijwilliger Henk Zomer: “Die Palestijnen schieten op de nederzetting, maar dat is geen terreur, dat mag volgens de Conventie van Geneve. Het is juridisch waterdicht.” Deze uitspraak wil IS niet rectificeren, omdat de geinterviewde nog achter zijn woorden staat. Dat lijkt ons een niet ter zake doend argument voor een redactie als de waarheid geweld aan wordt gedaan.
Want de uitspraak komt er op neer dat het legaal zou zijn om Joden te vermoorden, mits zij op de Westbank of Gaza wonen. Dat is uiteraard onzin. Als de redenering wat verder zou worden getrokken zou het legaal worden om Joden in bijvoorbeeld Tel Aviv te vermoorden. Nog wat verder redenerend betreft het ook de Joden in Marseille. Een Duitser die een Pool in Gdansk vermoordt zou zich dan ook op de Conventie van Geneve kunnen beroepen, net als de Indiaan die een New Yorker vermoordt of een Nederlander een zigeuner.
Wat hieruit blijkt is hoe deze vrijwilligers gehersenspoeld worden door Palestijnse propaganda en blijkbaar niet meer zelf kunnen denken, waardoor zij dergelijke uitspraken doen.
Natuurlijk is het vreselijk dat er zoveel jonge Palestijnen zijn omgekomen tijdens de intifada. Maar van een oprechte mensenrechten activist verwacht ik dat dan naar de achterliggende oorzaken wordt gekeken. En dan staat mijns inziens centraal dat het regime van Arafat er alles voor over heeft om zijn zaak onder de internationale aandacht te houden. Daaraan worden de mensenrechten en de eigen bevolking opgeofferd.
Het meest schrijnende individuele voorbeeld is natuurlijk van dat Palestijnse jongetje aan het begin van de Intifada dat voor de camera’s werd vermoord. Nader onafhankelijk onderzoek heeft uitgewezen dat dit door Palestijns vuur gebeurd is, mogelijk met opzet, juist omdat de camera op hem gericht was.
De oorzaken zijn echter structureel. Ten eerste de Palestijnse schoolboekjes en kinder televisieprogramma’s (voor kinderen vanaf zes jaar) die zelfmoord en martelaarschap verheerlijken. In de tweede plaats zijn er de militaire trainingskampen voor kinderen, vanaf tien jaar. In de derde plaats de omvangrijke financiele vergoedingen die aan nabestaanden van martelaren wordt uitgekeerd (25.000 dollar ineens, vervolgens een levenslange uitkering). In de vierde plaats het schieten van terroristen vanachter de demonstrerende tieners.
Begrijp mij niet verkeerd, ook op de Israelische militairen rust een zware verantwoordelijkheid. Maar als gevolg van het voorgaande waren slachtoffers onvermijdelijk.
Juist het jarenlange stilzwijgen over de haatcampagne tegen Joden en Israel op de officiele Palestijnse radio en televisie legt een zware schuld op de Europese schouders. Die haat is daardoor diep gezaaid. Het gevolg daarvan is totaal niet onderkend en komt nu tot uiting in een ook letterlijk groot zelfvernietigend effect. Jonge mensen die zich tot bom degraderen om onschuldige mensen op te blazen behoren ook tot de slachtoffers.
Maar zij zijn dit wel van hun eigen omgeving, van een duivelse propaganda. De huidige generaties zijn daarmee volstrekt verloren voor enig vredesproces. Daar moet ik helaas somber over zijn.
Als er ergens mensenrechten in dit conflict geweld zijn aangedaan, dan zijn het de rechten van jonge Palestijnse kinderen. Aangedaan niet door de zogenaamde vijand Israel, maar door hun eigen regime.