Artikel van Likoed Nederland in de rubriek Meningen van Het Parool, 14 juni 2000.
Elf maanden geleden dachten de Israelische socialisten dat ze gedurende een lange reeks van jaren in de regering zouden terugkomen en hun plannen ter hervorming van de toestand in het Nabije Oosten zouden kunnen doorvoeren.
Vorige week passeerde, met 61 voor en 48 tegen, een door Knessetlid Avigdor Lieberman Yisrael Beiteinu partij (Ons Israel Huis) ingediende motie van wantrouwen.
Het geharrewar over meer fondsen voor religieuze doelen (een extra 25 miljoen Israelische nieuwe shekels = 14 miljoen Nederlandse guldens) en het feit dat de sfeer tussen de coalitiepartners steeds verder is verziekt, waren echter slechts de aanleiding van de huidige crisis.
De oorzaak ligt veel dieper. Het is immers nog geen jaar na de laatste verkiezingen in Israel en het was op dag af net elf maanden sedert Barak, dankzij de hulp van Bill Clinton, het roer van Benjamin Netanyahu overnam.
De regering Barak heeft zijn missie niet vervuld. Het volk is door religieuze, economische en andere politieke verschillen meer verdeeld dan ooit. Alle pogingen te komen tot overeenstemming met het regime van wijlen dictator Assad in Damascus bleken helaas tevergeefs. Met de staart tussen zijn benen vluchtte generaal Barak uit Libanon. De bevolking van Noord-Israel woont nu opnieuw in schuilkelders.
In de laatste tijd groeide met name binnen Barak’s coalitie redenen tot bezorgdheid over een ondermijning van het vertrouwen, omdat de Premier vele gewichtige beslissingen zonder enig overleg heeft genomen. Herstel van dit vertrouwen moet van het hoogste belang worden geacht voor het bereiken van grotere stabiliteit.
Na mevrouw Albright’s bezoek aan de regio wordt in Washington verwacht dat Israel zich bereid zal verklaren nieuwe grote concessies te doen. Maar zolang de coalitiecrisis voortduurt is niet te verwachten dat Barak zich kan veroorloven werkelijke beslissingen te nemen.
De onderhandelingen betreffen thans de erkenning van een onafhankelijk staat Palestina met Oost-Jeruzalem als hoofdstad. Vorige week bleek dat Barak, ondanks anders te hebben beloofd, de intentie had concessies te doen waardoor Jeruzalem gedeeld zal worden. De minister voor publieke veiligheid, Shlomo Ben-Ami, heeft tijdens diens onderhandelingen met de Palestijnen, duidelijk gesproken over het overdragen aan Arafat van sommige wijken.
De Jeruzalemse Goot-Moefti Ikrima Sabri benadrukte donderdag dat voor de volgelingen van de Islam elk vredesverdrag zonder de overdracht van Oost-Jeruzalem zal worden verworpen.
Ook het bepalen van het aantal Arabische vluchtelingen, met hun nakomelingen, dat zich in de Palestijnse staat zal willen vestigen is een probleem. Arafat wil dat geregeld zien voor september want anders … een greep naar de wapens.
Met andere woorden: Ehud Barak heeft in nog geen jaar tijd het land geleid naar een situatie van groeiende binnenlandse polarisatie en de dreiging van oorlog.
“Hij heeft alle fouten die Netanyahu heeft gemaakt nog eens overgedaan, alleen veel sneller”, aldus Knessetlid Avigdor Lieberman.
Barak tracht nu een nieuwe coalitie te vormen. Zijn grootste probleem is hoe hij het de religieuze partijen naar de zin kan maken. Zijn enig ander alternatief is een extreem linkse coalitie met de steun van de vier Arabische partijen. Maar zelfs vooraanstaande leden van Barak’s eigen ‘1 Israel Partij’ geloven dat een dergelijke regering, het ten hoogste zes maanden kan volhouden.
Evenals in Nederland er een jarenlange traditie heeft bestaan waarin socialisten en liberalen bereid bleken te buigen voor rooms- en anti-revolutionair welbevinden (KVP, ARP en later het CDA), hebben de Israelische socialisten en liberalen, thans meer dan ooit tevoren, te kampen met de als kool groeiende orthodox-joodse partijen.
De tegenstellingen worden steeds vaker in de top versluierd maar aan de basis des te scherper gemarkeerd. Het economisch, maatschappelijk en geestelijk leven van Israel geeft een beeld te zien dat getuigt van de veerkracht waarmee het joodse volk door alle teleurstellingen en tegenslagen heen vele gevolgen van oorlogen en terrorisme te boven wist te komen.
De harmoniedenkers in de 1-Israel-partij steunden hun premier het laatste jaar in compromis na compromis. Hierbij ging het nimmer alleen om het vredesproces, territoriale concessies of problemen met Jasser Arafat, maar om de vraag voor steeds grotere economische steun voor de educatieve projecten van de Shaspartij en het middels de wet invoeren van orthodox joodse maatstaven in de door het socialisme en kapitalisme gedomineerde maatschappij. De overgrote meerderheid, zo’n 80%, van de joodse bevolking van Israel is in het geheel niet orthodox.
De publieke opinie windt zich niet voor niets keer op keer buitensporig op over de ideologische uitverkoop van Barak en zijn partijgenoten. De politiek geinspireerde gelovigen – politiek uitgeslapen voor zover ze ‘nationaal religieus’ zijn en ‘door de eeuwen heen trouw’ in ultra-orthodoxe kring, bleken niet ongenegen de socialisten kwijt te raken uit het Jeruzalemse regeringskasteel.
De motie van wantrouwen was nodig want het is tijd voor verkiezingen.
Het zal moeten blijken of Barak opnieuw buigt voor de intimidatie en zo zijn coalitie redt, of dat hij het woord geeft aan de kiezers.
Wat het resultaat ook zal zijn, de uitkomst brengt Israel in een uiterst moeilijke situatie.
De regeringscrisis in Israel en het overlijden van Assad in Syrie hebben opnieuw bewezen hoezeer het behoud van de vrede en de opbouw van de internationale rechtsorde een niet aflatende inspanning vergt.
Wellicht dat men het in het Heilige Land, evenals in de Lage Landen, na nieuwe verkiezingen eens op zijn paars’ kan proberen.