Artikel van Likoed Nederland in Het Parool, 11 november 1998.
De huidige situatie in het Nabije Oosten overdenkende, gaan mijn gedachten terug naar de woorden, die Hare Majesteit Koningin Beatrix dit jaar sprak bij de opening der Staten Generaal:
Een evenwichtige, weerbare samenleving kenmerkt zich door goede verhoudingen tussen burgers en overheid, door verdraagzaamheid tussen burgers onderling en tussen bevolkingsgroepen. Verschillen geven kleur aan de samenleving, maar mogen niet tot onoverbrugbare afstanden leiden. Gemeenschapszin en persoonlijke verantwoordelijkheid zijn beide nodig om antwoord te kunnen geven op de grote vraagstukken en uitdagingen van deze tijd. Veel van de voornemens voor het komende jaar staan in het teken van duurzaamheid, stabiliteit en samenwerking.
Het Nabije Oosten blijft uiterst kleurrijk. Premier Netanyahu en PLO voorzitter Arafat zullen door het zetten van hun handtekening onder de Wye-overeenkomst in de annalen der wereldgeschiedenis een mooie plaats vinden.
Beide leiders zullen duidelijk moeten maken wat er is afgesproken en hoe, door het bevorderen van een stabielere maatschappij, een werkelijke situatie van veiligheid en vrede gerealiseerd kan worden.
Met Netanyahu en Sharon kunnen de burgers van Israel rekenen op een actieve, verantwoordelijke en betrouwbare overheid. Helaas kan dat van Arafat nog altijd niet worden gezegd.
Arafat spreekt soms mooie woorden maar soms ook niet. Arafat’s daden bevorderen noch dat de bevolking in zijn territoria kunnen rekenen op een actieve, verantwoordelijke en betrouwbare overheid, noch geven deze daden rede tot hoop aan de Israelische kant van de grens. Bij het ontploffen van de ene bom na de andere op druk bezochte groente en fruit markten is het moeilijk optimistisch te blijven. Toch meen ik dat er goede hoop is dat de situatie spoedig beter zal worden. Arafat heeft tijd nodig.
Niet veel mensen beseffen dat het tot twee maanden terug, onmogelijk was de belangrijkste Palestijnse bewindvoerders tot rede te bewegen. Dit kwam doordat de Palestijnen waren verdeeld in twee kampen. De duiven onder leiding van Abu Mazen willen uitermate gaarne een serieus vredesverdrag met de Zionistische staat bewerkstelligen.
Daartegen was grote oppositie van lieden die enorme moeite hadden zich in de nieuwe situatie te schikken. Velen van hen vinden het moeilijk te wennen aan een meer toegevelijke politiek. Een fundamentalistisch agressief beleid was zolang de orde van de dag. Bepalend voor hen is echter de richting die hun voorman aangeeft.
Deze voorman is uiteraard Jasser Arafat en die begreep medio september dat het tijd was naar Abu Mazen en de zijnen te luisteren. Derhalve proclameerde hij tijdens zijn rede voor de algemene vergadering der Verenigde Naties niet nadrukkelijk dat hij op 4 mei 1999 een onafhankelijke Palestijnse staat zal uitroepen en kon hij de Wye-Overkomst tekenen.
Van vele kanten wordt erop gewezen dat Jasser Arafat zich in een lastig pakket bevindt omdat het fundamentalisme door een belangrijk deel van de Palestijnse bevolking in de autonome gebieden (pakweg 30-40%) gesteund wordt en dat Arafat deze groep niet kan verbieden, dit om niet verder aan populariteit in te boeten. De vraag is of de Israelische regering daar begrip voor moet blijven hebben.
Israel moet immers opnieuw ruime concessies doen in ruil voor een verbeterde veiligheidssituatie. In tegenstelling tot wat gedurende de laatste vijf jaar is geschied zal Israel nu elke keer als troepen gebied hebben ontruimd, verwachten dat Arafat zijn deel van de afspraak nakomt. Beide partijen zullen elkaar beter moeten leren vertrouwen.
Netanyahu wordt daarbij geconfronteerd met de verregaande uitingen van rechts extremisten die onder geen voorwaarde bereid zijn tot compromis. Deze groep is klein maar maakt een hoop onnodige herrie. Netanyahu weet echter hoe deze lieden in bedwang te houden. Van het verleden is geleerd.
De Palestijnen zullen land krijgen voor vrede, maar niet voor niets!
Ruim vijf jaar na Oslo moet Arafat tonen dat hij de situatie meester wordt door de vijanden van de vrede in eigen kring te bestrijden zodat deze niet keer op keer weerloze slachtoffers meer zullen maken.
De PA zal systematisch de terroristische infrastructuur moeten bestrijden. Het gebruik van verder geweld van fundamentalistische Islamitische zijde kan niet ongestraft worden getolereerd. Palestijnen die de wet overtreden zullen moeten worden gearresteerd, berecht en zonodig ook worden veroordeeld.
Het is de hoogste tijd dat terroristen niet meer als martelaren worden geeerd.
Palestijnen en Israelis bevolken het zelfde kleine land. Het is de hoogste tijd dat beide partijen leren het samen op te bouwen. Dit betekent grotere samenwerking op het gebied van met name veiligheid en economie.
En laten we er geen doekjes om binden. Arafat heeft tot op heden de Palestijnse autonomie niet met goede bestuurders een concrete vorm gegeven.
Voor eigen radio en tv verschijnt hij dag in dag uit, verklarende:
de strijd voor een vrij Palestina met Jeruzalem als hoofdstad zullen wij nooit opgeven.
Tijdens de Palestijnse versie van Sesamstraat, uitgezonden in augustus 1998, zingen kindertjes van twee en drie jaar oud over Jihad, het zich in ere beschikbaar stellen voor zelfmoordcommando’s, de verovering van Jeruzalem, de bevrijding van geheel Palestina en het verdrijven der joden. Nederland subsidieert deze uitzendingen. In de schoolboeken, welke geheel onder controle staan der PA, wordt het handvest van de PLO onderwezen. Kan Arafat het taalgebruik daadwerkelijk niet aanpassen? Het is mijns inziens slechts een kwestie van keuze.
Israel biedt in ruil voor veiligheid, een nieuwe kans op vrede en een betere economische situatie voor de bevolking van de autonome gebieden. Arafat begint te beseffen dat ten einde tot overeenkomst te komen het nodig is meer prioriteit aan vrede en veiligheid te geven.
Een gewapend conflict met Irak is gevaarlijk voor de relatie met de Palestijnen. Hopelijk heeft Arafat zijn lesje geleerd en zal hij niet opnieuw steun betuigen aan Irak.
Het is zeker dat de Likoedregering en de Knesset de Wye-Overeenkomst zullen goedkeuren. Als het aan de regering van Israel ligt wordt normalisatie van de verhoudingen met de Palestijnse Arabieren zo spoedig mogelijk gerealiseerd.
Premier Netanyahu wordt in deze door een overgrote meerderheid van 73% der bevolking gesteund.
Hopelijk zal de Palestijnse Autoriteit in woord en daad medewerking verlenen. Hopelijk zullen Palestijnse kinderen vrolijk spelend op straat te zien zijn in plaats van vooroplopend bij relletjes.