Ingezonden brief van Likoed Nederland in NRC, 24 december 1997.
In het redactioneel commentaar van 20 december j.l. ‘Talmende Netanyahu’ wordt gesteld dat Netanyahu te weinig van een verdere terugtrekking van de Westelijke Jordaanoever wil weten.
Zijn beweegredenen en het feit dat dit conform de gesloten akkoorden is komen niet uit de verf. Om met het laatste te beginnen: de Oslo en Hebron-akkoorden bepalen dat Israel de omvang van de verschillende fasen van terugtrekking van zijn leger van de Westoever vaststelt, afhankelijk van in hoeverre de Palestijnse politie voor veiligheid zorgt.
Dat vloeit voort uit het basisprincipe van de Oslo-akkoorden ‘land voor vrede’. Dan is het ook logisch dat Netanyahu eist dat voor een verdere overdracht van land de Palestijnse Autoriteit geweld en terreur niet langer gedoogt.
Het gaat om Palestijnse verplichtingen die wel in diverse akkoorden zijn opgenomen maar tot op heden nog niet zijn nagekomen; met name het uitleveren aan Israel van gezochte moordenaars alsmede het verbieden, ontwapenen en ontbinden van alle terreurorganisaties, als belangrijkste de Hamas.
Schrijnend detail daarbij is dat tientallen moordenaars niet alleen niet zijn uitgeleverd conform de akkoorden, doch zijn aangenomen bij de Palestijnse politie. Een duidelijker groen licht aan terroristen is nauwelijks denkbaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het jaarlijkse aantal doden als gevolg van terreur sinds de ondertekening van de Oslo-akkoorden alleen maar is toegenomen. De Israëlische bevolking heeft helaas nog niets gezien van de gehoopte en beloofde vrede in ruil voor land. Was dat wel het geval dan had de bevolking uiteraard Peres weer tot premier gekozen en waren er geen bezaren geweest tegen verdere terugtrekkingen.
Het feit dat Netanyahu om een hardere aanpak van terreur vraagt voor Israel zich waagt aan vergaande concessies lijkt ons bevorderend voor de (wereld)vrede. Het genoemde redactionele commentaar vindt dit echter reden voor een hardere aanpak door de VS, waarbij Netanyahu, een democratisch gekozen premier, op een huiveringwekkende manier in een adem wordt genoemd met een afschuwelijke dictator en massamoordenaar als Saddam Hussein.