Van de voorzitter FH.
Artikel in ‘Het beloofde land’, rosj hasjana 1997.
Het is u waarschijnlijk al opgevallen: de grote ongelijkheid waarmee in de pers de schendingen van de Oslo- en Hebron akkoorden worden belicht.
Daar waar Israël zich volledig aan de akkoorden heeft gehouden wordt toch de suggestie gewekt alsof dat niet het geval zou zijn. Dit geldt in het bijzonder voor de bouw van de nieuwe wijk Har Homa. Nog vreemder is echter het feit dat herhaaldelijk wordt gemeld dat Israël de laatste maanden aandringt op een veel betere terreurbestrijding door de Palestijnse Autoriteit, zonder dat daarbij wordt vermeld dat zij dit ook verplicht is volgens dezelfde akkoorden. Zoals bekend is deze terreurbestrijding een farce:
- het Palestijnse Handvest is nog altijd niet gewijzigd, dus nog oproept tot de vernietiging van Israël;
- de opschorting van de samenwerking inzake veiligheid;
- het niet bevorderen van een vreedzaam klimaat maar juist het oproepen tot geweld tegen Israël;
- terroristische organisaties zijn nog altijd niet ontbonden en ontwapend. Twee prominente Hamasleden zitten zelfs in Arafats kabinet;
- Geen aanhouding, vervolging, bestraffing of uitlevering van terroristen.
Integendeel, minimaal 6 door Israël voor moord gezochte terroristen dienen in de Palestijnse politie.
Correspondent Hans Kuitert van De Telegraaf spant de kroon door het zeker twintig keer over de terreurbestrijding te hebben zonder het verband met de akkoorden te noemen. Tegen Hans Kuitert loopt onze klacht bij de Raad voor de Journalistiek (zie de rubriek ‘Likoed actief’).
Maar ook Salomon Bouman in de NRC heeft er grote moeite mee om de connectie tussen Oslo en terreurbestrijding te leggen. Naar aanleiding van het bezoek en de bijbehorende uitspraken van minister Albright van de Verenigde Staten kan hij er in de editie van 8 september 1997 voor het eerst in lange tijd niet omheen:
“… nadat Netanjahoe had besloten de verdere uitvoering van ‘Oslo’ te bevriezen zolang Arafat de infrastructuur van de Palestijnse terreur in de gebieden die onder zijn controle zijn niet vernietigt. Volgens Netanjahoe is deze Palestijnse nalatigheid een ernstige schending van ‘Oslo’.”
U leest het: het gaat niet om grove schendingen, vernietigend voor het fundament van Oslo, doch om ‘nalatigheid’. Hoe kan hij dit verantwoorden, bijvoorbeeld naar de nabestaanden en de overlevenden van de bloedige aanslagen in Jeruzalem?
Deze schendingen zijn blijkbaar ook nog eens alleen zichtbaar voor premier Netanjahoe, terwijl toch iedereen deze kan vaststellen door de tekst van Oslo te lezen.
In een artikel in het Algemeen Dagblad van 30 augustus 1997 heeft Joop Meijers een beschouwing over 100 jaar zionisme.
Het was een uiterst opmerkelijk artikel, zeker voor een nu in Israël wonende oud-voorzitter van de Nederlandse Zionisten Bond. Een citaat ter toelichting:
“Er is geen enkele aanwijzing dat Herzl ooit bij Freud op de bank heeft gelegen.
Was dat wel het geval geweest, dan had de vader van de psycho-analyse hem ongetwijfeld uitgelegd dat de inhoud van dromen meer zegt over de neurose van de dromer, dan over de realiteitswaarde van de droom zelf.”
Verder werd veel aandacht besteed aan het ‘slachtoffer’ van het zionisme (de Palestijnse Arabieren) en weinig aan het zionisme zelf. Gelukkig gaf het Algemeen Dagblad ons de mogelijkheid om ook de successen van het zionisme toe te lichten (zie achterpagina van dit nummer).
Verder is natuurlijk de recente berichtgeving over nieuwe bewoners van de wijk Ras al-Amoed opmerkelijk. Zij worden in alle media consequent als “krakers” of “kolonisten” aangemerkt. Beide aanduidingen zijn onjuist. Wie kan uitleggen hoe mensen die eigen woningen betrekken in hun hoofdstad als krakers of kolonisten kunnen worden betiteld?
Hans Kuitert in De Telegraaf gaat zelfs zover om de drie woningen als “nederzetting” aan te duiden (21 september 1997).
Historische feiten worden zoals gewoonlijk weggelaten, zoals het feit dat de Olijfberg de oudste en grootste joodse begraafplaats in de wereld bevat (waaronder de graven van drie profeten), dat de wijk Ras al-Amoed pas na 1940 is ontstaan en dat deze uiteraard nu voornamelijk door Arabieren bewoond wordt als gevolg van de Jordaanse bezetting van 1948-1967, waarbij dit stadsdeel van joden gezuiverd werd.
Klakkeloos wordt de terminologie van de Arabische propaganda overgenomen.
Doorredenerend: zijn de Arabieren in Tel Aviv dan ook kolonisten?
Het Parool is hierin niet anders dan de andere kranten, doch gaf ons wel de gelegenheid dit per ingezonden brief in de editie van 22 september 1997 recht te zetten (zie rubriek ‘ingezonden brieven’).