Door de directeur van het NIPAC (Netherlands-Israel Public Affairs Committee)
Artikel in ‘Het beloofde land’, soekot 1997.
“Niemand kan de Palestijnse revolutie schade toebrengen, want die zal doorgaan en strijden, strijden, strijden…
Het is belangrijk dat wij onze huizen en onze bewegingen organiseren, teneinde de aanstaande strijd, welke wij zullen beginnen, te doorstaan. Wij moeten deze dingen zeggen omdat grote veldslagen voor ons liggen en het zal nu moeilijker zijn dan in het verleden (…) laten wij ons voor Allah en het Palestijnse volk verplichten dat wij de komende strijd zullen leiden, zoals wij eerdere veldslagen hebben geleid.
Een eed is een eed en een belofte is een belofte. De hele wereld staat aan onze kant, terwijl zij alleen staan. Zij zijn bang, maar wij niet. Wij houden vast aan de eed en de belofte. Het Palestijnse volk is getrouw aan zijn eed, de eed die wij gezworen hebben op de eerste dag, toen het eerste schot werd afgevuurd en de eerste van onze martelaren viel.
Ik moet deze dingen zeggen zodat jullie zullen weten waar, hoe en welke richting onze beweging opgaat. Wij marcheren samen met de zegen van Allah, mijn broeders, wij marcheren samen naar Jeruzalem, Jeruzalem, Jeruzalem.”
Jasser Arafat in een toespraak voor de Fatah-beweging in Gaza, 5 augustus 1997. De ‘eed en de belofte’ verwijzen naar de inhoud van het PLO-handvest en het uit 1974 stammende gefaseerde Palestijnse plan voor de vernietiging van Israël.
Palestijnse schendingen
Sinds de ondertekening van de Oslo-akkoorden, vier jaar geleden, hebben officiële Palestijnse instellingen en functionarissen, ook de door de media steevast als ‘gematigd’ aangeduide karakters als Hanan Ashrawi en Faisal Hoesseini, dit soort bedreigingen en andere op basis van de Oslo-akkoorden expliciet verboden uitspraken geuit.
In het op 13 september (precies vier jaar na het tekenen van de Oslo-I overeenkomst) verschenen NIPAC-zwartboek ‘De Staat van Oslo’ zijn onder andere vele tientallen van die uitlatingen verzameld en in context geplaatst. De collectie verschaft een verontrustend inzicht in de werkelijke Palestijnse bedoelingen (te bestellen bij het NIPAC: (070) 427 18 31).
De internationale media en politiek hebben de Palestijnse anti-Israëlische ophitsing en haatzaaiing echter steeds genegeerd, afgedaan als “retoriek voor binnenlandse consumptie”, of anderszins verontschuldigd.
Hetzelfde werd sinds 1993 gedaan met de andere, meer concrete Palestijnse schendingen van vrijwel alle bepalingen van Oslo. De ‘sponsors’ van Oslo, de Verenigde Staten, de Europese Unie en Rusland, hebben evenwel (vrijwel) niets ondernomen om de Palestijnen te dwingen hun verplichtingen na te komen. (Alleen het Amerikaanse Congres heeft de PLO onlangs geconfronteerd met sancties.)
En terwijl Israël zich wel – aantoonbaar – aan Oslo heeft gehouden, wordt dat met allerlei kunstgrepen ontkend.
Bij gebrek aan juridische bewijzen voor vermeende Israëlische schendingen wordt bijvoorbeeld gesproken over Israëlische schendingen van “de geest” van Oslo of over Israëlische “chicanes” (Algemeen Dagblad, 14 augustus).
Als Israël defensief reageert op Palestijnse schendingen van de overeenkomst waar het gaat om samenwerking op veiligheidsgebied (bijvoorbeeld door de Palestijnse gebieden af te sluiten) krijgt steevast Netanjahoe kritiek en gaat Arafat vrijuit. Hetzelfde gebeurt als Israël legaal woningen bouwt in Jeruzalem (Oslo verbiedt dat niet) en de PLO – met financiële steun van onder andere Saoedi-Arabië – daar op grote schaal illegaal bouwt.
Westers eigenbelang
Het is echter niet verwonderlijk dat het Benjamin Netanjahoe is die er door de Westerse media en politiek steeds ten onrechte van wordt beschuldigd de Oslo-afspraken niet na te komen en die telkens weer onder druk wordt gezet om (opnieuw) eenzijdige concessies te doen teneinde “het vredesproces te redden”.
De westerse landen hebben zich omwille van hun eigen veiligheid (angst voor terreur), economische en politieke belangen immers jarenlang gecompromitteerd met een pro-Arabische en (waar het gaat om de Palestijnen) alles-vergevende opstelling. Dat leidde er onder andere toe dat men de peetvader van het internationale terrorisme, Arafat, amnestie schonk voor misdrijven tegen de mensheid die omvangrijker zijn dan die waarvoor anderen voor het internationaal tribunaal in Den Haag worden gedaagd.
De PLO-leider, die talloze Israëli’s, Libanezen, Amerikanen en Europeanen liet vermoorden; die andersdenkende burgers en kritische journalisten laat opsluiten en martelen; die Palestijnen laat doden als die betrokken zijn bij onroerend goedtransacties met joden; die consequent akkoorden schendt en liegt en bedriegt; die internationale hulpgelden laat verduisteren; die openlijk terroristen omhelst, aanmoedigt en vereert en pleinen naar hen laat noemen – diezelfde PLO-leider werd jaren vóór Oslo al internationaal gerehabiliteerd. Hij werd later ook bedacht met prestigieuze onderscheidingen, waarvan de Nobelprijs voor de Vrede in dit kader als de meest macabere mag gelden.
Benjamin Netanjahoe daarentegen, werd er al voor diens aantreden als premier unaniem van beschuldigd dat hij het door de wereldgemeenschap zo geambieerde Oslo-proces om zeep wilde helpen. De Israëli’s die op hem hadden gestemd werden collectief gedemoniseerd als het ‘anti-vredesblok’, terwijl het kamp van Sjimon Peres exclusief het etiket ‘vredeskamp’ kreeg.
De heilige versus de duivel
De wereld, inclusief de linkse Israëlische partijen, heeft Arafat cum suis bijkans heilig verklaard als “bekeerde terroristen”. Dat was tegen beter weten in, maar onvermijdelijk om een ‘vredesproces’ te kunnen beginnen. Even wetmatig werden de realistische en ideologisch geinspireerde zionisten (Netanjahoe en diens coalitiegenoten) op voorhand gedemoniseerd als “vijanden van de vrede”.
En deze beeldvorming – in micro: de corrupte moordenaar Arafat als de heilige versus de realistische zionist Netanjahoe als de duivel – is er intensief en langdurig zodanig ingeprent dat die een politiek correcte ‘nieuwe waarheid’ is geworden, een mythe die niet zomaar kan worden bijgesteld, want dat zou immers betekenen dat de scheppers ervan en hun collaborateurs hun geloofwaardigheid volledig zouden verliezen.
In wezen hebben de ideologisch bepaalde oogkleppen en vooringenomenheid (plus ongetwijfeld een portie grenzeloze naiviteit die men nu evident niet meer kan toegeven) hun eigen dynamiek gekregen.
Het is deze surrealistische omgekeerde zwart-wit-situatie welke heeft geleid tot het krankzinnige en immorele schouwspel dat zich ook nu voor onze ogen voltrekt.
Op 9 augustus bijvoorbeeld, slechts een paar uur voordat de Amerikaanse gezant Dennis Ross weer eens in Israël arriveerde, stemde de Palestijnse Wetgevende Raad unaniem voor een wetsvoorstel dat de militaire dienstplicht voor Palestijnse jongeren regelt.
Dit is een ernstige schending van Oslo (de Palestijnen mogen slechts beschikken over een politiekorps – niet over militaire eenheden), maar zo werd dat door de media die er al over berichtten niet omschreven. Ross en zijn bazen in Washington vielen er ook niet over, Oslo-architect Peres en diens opvolger Ehoed Barak hadden evident geen commentaar en Hans van Mierlo hebben wij er evenmin over gehoord
Hitlergroet
Toen Jericho in januari 1995 aan de PLO werd overgedragen brachten in Nederland opgeleide en deels met Nederlands belastinggeld betaalde Palestijnse ‘politieagenten’ massaal de Hitlergroet (zie pagina 8). De meeste media zwegen ook daarover. In Nederland onthulde Elsevier (dankzij buitenlandredacteur G. Philip Mok) dat veelzeggende tafereel.
Er waren geen kamervragen, geen kritische krantencommentaren, geen terughoudende reacties van onze (oud-)bewindslieden. Hans van Mierlo schudde kort daarna hartelijk de hand van Arafat en voormalig premier Ruud Lubbers omhelsde de PLO-leider als een oude vriend.
Toen was al lang duidelijk welke kant Oslo zou opgaan. Maar Europa, de VS en het linkse kamp in Israël konden en kunnen eenvoudig niet meer terug.
Inmiddels stapelen de bewijzen zich op dat Arafats Palestijnse ‘politie’ niet alleen weigert het terrorisme van Hamas en andere organisaties te bestrijden, maar dat die zich ook zelf aan het organiseren en uitvoeren van aanslagen tegen Israël heeft bezondigd. Bovendien worden op grote schaal vuurwapens en zwaardere wapensystemen voor de bestrijding van tanks en vliegtuigen de autonome gebieden binnengesmokkeld. De Israëlische media hebben meerdere malen verontrust gemeld dat op verschillende plaatsen in die gebieden militaire fortificaties worden gebouwd. Deze verontrustende ontwikkelingen sluiten een stuk beter aan op de inhoud van het Palestijnse gefaseerde plan voor de vernietiging van Israël dan op de geprojecteerde allesomvattende vrede volgens de handboeken van Oslo.
De bodem van Oslo
De potentiële bodem van het werkelijke Oslo-beginsel zoals de Arabische staten, de PLO en een groot deel van de Westerse wereld het zien (een zeer kwetsbaar Israëlisch rompstaatje zonder Oost-Jeruzalem) was en is evident geen Israëlisch en joods belang.
Het zou daarom ook nimmer door Jitschak Rabin en zelfs niet door Sjimon Peres zijn aanvaard als eindresultaat. Maar paradoxaal genoeg heeft de onvermijdelijke eigen dynamiek van het met veel overtuiging (en de beste bedoelingen) door Rabin en Peres begonnen Oslo-proces het linkerkamp in termen van politieke geloofwaardigheid letterlijk klem gezet.
In andere woorden: het is een reputatiekwestie geworden, want hoe kan men de gedurende meerdere jaren met zoveel overtuiging uitgesproken profetieën over een op Oslo gebaseerd ‘Nieuw Midden-Oosten’ nu nog intrekken en aandringen op stopzetting van het proces?
Voortzetting van het proces zelf, in pure vorm, dient nu nog vooral de reputatie en het politieke overleven van het klem gezette Israëlische linkse kamp en de zwaarwichtige belangen van een groot aantal andere landen. Wat we daarom te zien krijgen kan het best worden omschreven als het met vereende internationale krachten produceren van een vierkante cirkel.
Oslo moet blijkbaar koste wat kost slagen, ook al is dat volstrekt onmogelijk gebleken. Daarom is pessimisme gerechtvaardigd, want de bodem van Oslo is immers nog niet bereikt en het is Israël dat geacht wordt uiteindelijk de maximale prijs te betalen. Teneinde Jeruzalem tot nog grotere inschikkelijkheid te dwingen is het zelfs niet uitgesloten dat het economische wapen door de VS en de EU zal worden ingezet.
Het oorspronkelijke Oslo-proces is weliswaar dood, maar uit de resten wordt momenteel, door Washington en Brussel, een nog gevaarlijker monster geschapen.