Persbericht van Likoed Nederland, 25 september 1997.
Minister van Buitenlandse Zaken Van Mierlo heeft gezegd dat nieuwe huizenbouw door Israël een provocatie betekent en dat Nederland nu wellicht een veroordelende resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zal steunen.
Uiteraard kan de minister deze mening zijn toegedaan.
Wat opmerkelijk is is zijn zwijgen over andere gebeurtenissen in het Midden-Oosten:
* Het aanmoedigen van moord op makelaars die zaken doen met joden.
Hierover is geen veroordeling uitgesproken, ondanks kamervragen van diverse fracties.
* Het niet-uitleveren van terroristen door de Palestijnse Autoriteit aan Israël, een zeer grove schending van de letter en de geest van Oslo. (Integendeel, dertien gezochte terroristen zijn aangenomen bij de Palestijnse politie.)
* Het niet wijzigen van het Palestijnse Handvest, in strijd met alle akkoorden, waardoor het nog steeds oproept tot de vernietiging van de staat Israël en het verdrijven van de joden.
Hierover is evenmin een veroordeling uitgesproken, ondanks herhaaldelijke kamervragen.
* Het niet-optreden tegen de terroristische infrastructuur zoals vastgelegd in de Oslo- en Hebron akkoorden, wat aantoonbaar vele mensenlevens heeft gekost.
* Het voortdurend creëren van een klimaat van geweld, antisemitisme en holocaust- ontkenning. De radio, kranten, tv en schoolboeken die zich hieraan schuldig maken worden mede gefinancierd met Nederlandse ontwikkelingshulp.
Begrijpt minister Van Mierlo dan niet dat het wel veroordelen van huizenbouw (geen schending van ‘Oslo) en het niet veroordelen van het klimaat van geweld (het loslaten van het uitgangspunt van ‘Oslo’) alleen maar meer geweld en doden kan veroorzaken?