Ingezonden brief van Likoed Nederland in het Nieuw Israelitisch Weekblad, 2 mei 1997.
Hanneke Gelderblom heeft ongelijk als ze in het NIW van 25 april 1997 de Bar-On affaire beschrijft als een ernstig corruptieschandaal.
Uit het uitgebreide politie-onderzoek is gebleken dat van de belangrijkste aantijgingen niets overblijft, te weten: het voorstemmen van Shas bij het Hebron akkoord in ruil waarvoor Bar-On benoemd zou worden tot procureur-generaal en het proces tegen Deri mild zou afhandelen.
Er blijkt geen connectie te zijn met de stemming over het Hebron-akkoord. Bar-On blijkt van de gang van zaken rond zijn benoeming zelf niet geweten te hebben, zodat er geen samenzwering inzake het proces van Deri is geweest.
Wat overblijft is dat Deri de benoeming van zijn eigen advocaat, Dan Avi-Yitschak, tot procureur-generaal heeft willen voorkomen. Laatstgenoemde, begrijpelijkerwijs rancuneus, is degene die deze affaire publiek heeft gemaakt en heeft opgeblazen. Hij is nog altijd de enige getuige op wie de affaire rust, zodat het geen wonder is dat van vervolging is afgezien.
Dat er bij de benoeming van Bar-On sprake is geweest van politiek getouwtrek en vriendjespolitiek is duidelijk. Dat komt overal voor, zie bijvoorbeeld de benoeming van Johan Stekelenburg tot burgemeester van Tilburg. Het is kwalijk dat bij Deri persoonlijke belangen hebben meegespeeld en dat dit door de gevolgde procedure niet is ontmaskerd. Er is echter een hemelsbreed verschil tussen procedure-fouten en een misdaad, waarvoor strafvervolging op zijn plaats is.
Er zijn onder de vorige regering wel ernstiger beschuldigingen geweest waar geen minitieus politie-onderzoek naar is verricht. Bijvoorbeeld de beschuldiging dat Deri’s proces tijdens die regeer-periode uitgesteld zou zijn in ruil voor het voorstemmen van Shas bij de Oslo-I akkoorden, of de beslissende stem van Knessetlid Alex Goldfarb van Tsomet bij de stemming over Oslo-2 die gekocht zou zijn met de belofte van een staatssecretaris-schap.
Door het bezig blijven met deze affaire terwijl het juridisch apparaat zijn oordeel heeft geveld doet de oppositie nu precies wat ze de regering verwijt: bemoeienis van de politiek met de rechtsgang.
Premier Netanjahoe heeft gelijk als hij zegt dat: “de oppositie nog moet wennen aan de realiteit; dat de kiezer een nieuwe richting gekozen heeft. In een democratie bepaalt uitsluitend de kiezer het beleid, wij blijven aan de realisering daarvan werken.”