V.S. staat nog steeds pal achter Israel

Persbericht, 15 april 1997

De regering van president Clinton heeft tweemaal VN-resoluties tegen de bouw van Har Homa middels een veto verhinderd.
President Clinton heeft duidelijk verklaard dat Israel geen concessies hoeft te doen om de Palestijnse terreur te laten stoppen. (Wall Street Journal, 8 april 1997)
“Terreur is het belangrijkste probleem.” verklaarde woordvoerder John Dinger van het State Department op 31 maart j.l.
De voorzitter van de Congrescommissie voor Internationale Betrekkingen, Gilman, heeft de eerstkomende betaling van $ 10 miljoen van het hulppakket van $ 500 miljoen voor de PLO geblokkeerd, aangezien Arafat in strijd met de voorwaarden daarvan tot herinvoering tot de Arabische boycot tegen Israel heeft opgeroepen. De betreffende Middle East Peace Facilitation Act eist:“cooperating with efforts undertaken by the President of the United States to end the Arab League boycott of Israel.” (sectie 3(c), paragraaf 1,2 & 3).
De jaarlijkse $ 3 miljard steun aan Israel gaat onverminderd door.
De New York Times heeft op 9 april j.l. bericht dat duidelijk is dat het Palestijnse Handvest niet gewijzigd is, in strijd met de Oslo-akkoorden.
Democratisch vice-president Al Gore heeft op 6 april j.l. verklaard:“dat president Clinton de beste vriend is die Israel ooit in het Witte Huis gehad heeft.”
De leider van de republikeinse meerderheid in het Amerikaanse Congres, Newt Gingrich, veroordeelde op 7 april j.l. de Palestijnen voor hun terreurcampagne.Met verve verdedigde hij de beslissing van de Israëlische regering om te bouwen op Har Homa.