Ingezonden brief van Likoed Nederland in het Nieuw Israelitisch Weekblad, 10 januari 1997.
In een commentaar in het NIW van 20 december wordt Netanjahoe even verantwoordelijk gehouden voor toekomstige moorden als Arafat. Er wordt gesteld dat beide partijen geen “leefbaar vergelijk” zoeken.
Moordenaars zijn verantwoordelijk voor moord. Je kan iemand medeplichtigheid aan geweld en moord verwijten als gevolg van:
- het niet ontbinden van gewapende organisaties zoals de PFLP (in strijd met Oslo artikel 14), waarvan leden Ita en Ephraim Tsur vermoordden op 12 december j.l., dezelfde dag dat deze organisatie haar 29-jarig bestaan publiekelijk vierde in Bethlehem,
- het niet ontwapenen van organisaties als de PFLP en Hamas (in strijd met Oslo annex 1),
- het niet uitleveren van deze en 25 eerdere terroristen (in strijd met Oslo annex 4), maar deze door een Arabische rechtbank laten veroordelen, om hen na twee enkele maanden weer vrij te laten,
- tien van deze terroristen zijn daarna zelfs opgenomen in de Palestijnse politie. Dit was mogelijk omdat de lijsten met toekomstige politiemensen niet ter goedkeuring aan Israël worden voorgelegd (in strijd met Oslo annex 1),
- het aanhoudende gewelddadige en ophitsende taalgebruik van Arafat (in strijd met Oslo artikel 22),
- het niet wijzigen van het Palestijnse Handvest (in strijd met Oslo artikel 32), dat daardoor nog steeds oproept tot de vernietiging van de staat Israël en het verdrijven van de joden.
Deze flagrante schendingen van ‘Oslo’ zijn de reden dat er sinds Oslo gemiddeld per jaar bijna drie maal zo veel Israelis vermoord zijn als in de jaren ervoor.