Door Meïr Bachar.
Artikel in ‘Het Beloofde land’.
Abkhazië
Sinds het begin van de oorlog met Tsjetsjenië is de grens tussen Rusland en Georgië gesloten en worden de levensomstandigheden steeds slechter. Abkhazië, dat zich in september 1993 na een bloedige oorlog van Georgië afscheidde is nu compleet geisoleerd en is slechts per boot vanuit Turkije met een officieel wekelijks opererende veerboot bereikbaar. De meerderheid van de Georgische bevolking is in 1992 gevlucht. In samenwerking met de Israëlische ambassade in Moskou heeft de Jewish Agency in Tbilisi daarop vijf El Al-vliegtuigen naar Suchumi, de Abchazische hoofdstad, gestuurd. Niettemin hebben 160 families besloten achter te blijven. Het stadscentrum is vrijwel volledig verwoest en ziet eruit als een spookstad.
Maar in de rustige Karl Marxstraat staat een ruime, schitterend versierde synagoge. Er worden nog geregeld diensten gehouden. Het gebouw is ongeschonden. Rabbi Benjashvili laat zich in het bijzijn van buitenstaanders lovend uit over de regering, maar onder vier ogen geeft hij toe dat de economische situatie zeer problematisch is. Er is veel misdaad en mensenrechten organisaties berichten over berovingen en gijzelingen. Vooral minderheden zoals joden zijn hiervan het slachtoffer.
Georgië
In Georgië is de economische situatie enigszins beter, maar zo’n 800 joden, meest ouden van dagen en rond de 30 vluchtelingen uit Suchumi leven van minder dan een dollar per dag, net genoeg om twee broden van te kopen. Zij ontvangen steun van Rachamim, de joodse liefdadigheids instelling. Riva Krupnik, hoofd van Rachamim is de voorzitter van de joodse vrouwen organisatie en het hoofd van de joodse zondagsschool met rond de 250 leerlingen.
Haar moedertaal is jiddish. Krupnik: “De levensomstandigheden zijn hier zeer slecht en zijn onvergelijkbaar met de rest van het GOS, waar mensen moeten zien rond te komen. Hier werkt niemand.”
Ook in Tbilisi is de mafia zeer actief. Mensen worden zelfs thuis beroofd en op straat vermoord. Gijzelingen vinden dagelijks plaats en veel joden zijn bang, omdat er op sommige deuren swastika’s en davidsterren zijn aangebracht.
Pakweg 22.000 joden zijn achtergebleven in Georgië, waaronder de oudste jodin ter wereld Rachel Shimshilashvili, die 106 jaar oud is en woont in het bergdorp Oni. Een op de tien joden is Ashkenazi. De rest is Sephardi. De meeste Georgische joden, ruwweg 18,000, wonen in de hoofdstad Tbilisi.
Assimilatie is nog steeds een zeldzaam fenomeen. Slechts 5% van de joden is gemengd gehuwd, terwijl dat onder de Russische joden 70% is. En bijna alle joden zijn bekend met de tradities. Reform of de conservatieve joodse beweging krijgt hier geen voet tussen de deur. De hoofdsynagoge, een rood bakstenen gebouw, bevindt zich in de oude stad en dateert uit de 19e eeuw. Er zijn drie diensten per dag. De synagoge op de tweede verdieping wordt slechts op feestdagen gebruikt. Naast het complex is de slager. De binnenplaats van de synagoge fungeert tevens als ontmoetingsplaats.
De geestelijk leider is Rabbi Levin, 33 jaar oud en geboren en getogen in Georgië. Vlakbij zijn een kleine Sefardische en een kleine Ashkenazische synagoge.
Voor de Perestroika bevond de helft van alle synagogen in de Sovjet Unie zich in Georgië.
In 1969 schreven 18 joden een brief aan de Verenigde Naties en eisten het recht op om naar Israël te emigreren op grond van religieuze redenen. Hun verzoek werd gehonoreerd en wordt algemeen beschouwd als het begin van de Russische exodus. Het eerste joodse museum in de Sovjet Unie werd in 1933 in Tbilisi opgericht en werd gesloten door Stalin.
Een van de voormalige synagogen is door de Georgische autoriteiten aan de joodse gemeente toegewezen om dienst te doen als museum.
Lev Samovsky is de redacteur van Shalom, de Russischtalige spreekbuis van de joodse gemeente. De andere krant is in het Georgisch. Voor de oprichting van Shalom werkte Samovsky als redacteur gedurende zes jaar voor een treinfabriek. Samovsky:
“Toen we de krant in 1989 oprichtten was het de eerste joodse krant in de Sovjet Unie. Onder Gamsachoerdia’s bewind gaven we een ondergrondse krant uit, omdat hij alle kranten had verboden. Shalom werd in 1992 legaal, nadat Gamsachoerdia afgezet werd en zelfmoord pleegde. Gamsachoerdia was een extreme nationalist. Hij weigerde Edgar Bronfman, de President van het World Jewish Congress te ontvangen, tijdens diens bezoek aan Georgië in 1991.”
Zelfs nu zijn er nog sterke nationalistische tendensen. Het is heel gewoon dat er naast alle toasts die er tijdens de traditionele feestmaaltijden uitgebracht worden, er een opgedragen is aan Stalin. Op het centrale plein van zijn geboortestad, Gori, staat nog steeds een monument van Stalin.
“Niet omdat we achter zijn daden en ideologie staan, maar omdat hij een Georgiër was.”
Niettemin nemen joden volledig deel aan het politieke leven van Georgië. Er zijn twee joodse parlementsleden. Een van hen, Jemal Adzhiashvili, kreeg vorig jaar de Georgische literatuursprijs voor zijn vertaling naar het Georgisch van de boeken van de beroemde middeleeuwse Spaans-joodse schrijver Yehuda Halevy.
Een woordvoerder van de Jewish Agency: “Sinds de instorting van de Sovjet Unie in 1989 zijn er zo’n 5.000 joden geëmigreerd. Onder hun zijn vele jongeren die hun middelbare schoolopleiding in Israël voltooien. Elke maand gaat een gemiddelde van 220 joden op alijah.”
Sarah, die een zoon van zes heeft: “We hebben lange tijd getwijfeld om te vertrekken, maar het is nu de derde winter dat onze zoon thuis zit. De school is het grootste gedeelte van de winter gesloten, vanwege de lage temperaturen in de klaslokalen.”
Toch zijn er andere joden die niet willen emigreren. Mosje, een karateleraar en een beroepschauffeur, zegt voor de deur van de synagoge van Tbilisi: “Niemand heeft mij nodig in Israël en ik heb Israel niet nodig. Alijah kost slechts geld en biedt mij weinig toekomstperspectief.”
Een kleine minderheid emigreert naar het westen. In Nederland wonen sinds enkele jaren zes Georgisch-joodse emigrantenfamilies, de meeste in Amersfoort waar ze actief zijn binnen de joodse gemeente. Echt thuis voelen ze zich nog niet, omdat de sociale banden in Georgië veel hechter zijn. De deur staat er altijd open en gasten worden onthaald op onbeperkte vodka, wijn en een Georgische feestmaaltijd. Georgiërs zijn ervan overtuigd dat gasten door het opperwezen gestuurd worden.
“We lopen al enige tijd met plannen rond om een eigen vereniging op te richten. We zijn klein, maar sterk.” grapt Thomas Manistvalov.
Minister van Buitenlandse Zaken is Alexander Chikvaidze, tot 1992 Sovjet ambassadeur in Den Haag trakteert buitenlandse journalisten op Nederlandse koffie.
“Israël is ons grote voorbeeld. Het land is op alle terreinen zo ontwikkeld en heeft een enorm hoge levensstandaard bereikt. Evenals Israël strijden wij ook nog steeds om te overleven. Daarnaast is Georgië het enige land ter wereld waar de 26 eeuwen oude joodse gemeenschap nooit getroffen is door pogroms. President Shevardnadze en ik gaan binnenkort op staatsbezoek naar Israël.”
De politieke betrekkingen tussen Israël and Georgië worden steeds hartelijker.
Israël is een van de vijf landen die een ambassade in Tbilisi heeft. President Sjevardnadze heeft tijdens zijn bezoek aan Jeruzalem bekendgemaakt, dat de Georgische ambassade binnenkort naar Jeruzalem zal verhuizen.
Georgië staat te springen op Israëlische hulp en investeringen, maar tot nu toe hebben Israëlische ondernemers nog niet veel interesse getoond. De El Al vliegtuigen verlaten Tbilisi vol emigranten, maar keren leeg terug. Voorlopig zal dat nog niet veranderen.