Door Alfi Fass.
Artikel in ‘Het beloofde land’, chanoeka 1996.
Jesjiewe (joods leerhuis) Hakotel (bij de klaagmuur) is een jaar nadat Jeruzalem in 1967 werd herenigd opgericht.
De rabbijnen Bina en Neriah, hun aandenken zij tot zegen, beiden voormannen van het Mizrachi (orthodox-zionistische) onderwijs in Israël, besloten om een Hesalder Jesjiewe (hesder betekent regeling) in het herenigd Jeruzalem te openen.
Een Hesalder Jesjiewe is een unieke Israëlische ‘uitvinding’ die al 25 jaar onlosmakelijk met het religieuze onderwijs in Israël verbonden is. Zoals bekend is er in Israël een dienstplicht van drie jaar. In orthodoxe kringen werd er een oplossing gezocht om de dienstplicht te combineren met het traditionele leren in de Jesjiewe.
In overleg met Tzahal (het Israëlische leger) werd een regeling getroffen waarin de orthodoxe soldaat de mogelijkheid geboden wordt om gedurende de periode van vijf jaar Jesjiewe en leger te combineren. Na het eindexamen leert de student één jaar in de Jesjiewe en rouleert hij voor periodes van circa zes maanden tussen het leger en de jesjiewe. Inmiddels zijn ook andere varianten mogelijk, maar het principe van de combinatie Jesjiewe/leger is ongewijzigd.
Gedurende vijf jaar is de student samen met dezelfde groep jongens zowel in het leger als in de Jesjiewes. Samen ervaren zij ‘Roechnioet’ (letterlijk: het geestelijke; in dit geval het talmoed-onderwijs in de Jesjiewe) en ‘Gasjmioet’ (de lichamelijke inspanningen in het leger). De band die in groep gevormd wordt is dan ook heel bijzonder.
In het begin werden een paar leegstaande krotten in het joodse gedeelte van de oude stad opgeknapt en in gebruik genomen. Een groepje van tien leerlingen en twee rabbijnen vormden Jesjiewe Hakotel.
In de loop der jaren is deze uitgegroeid tot een instituut met ongeveer 450 studenten. Het is niet langer gehuisvest in een paar krotten, maar in een prachtig gebouw met uitzicht over de Westelijke Muur (‘klaagmuur’).
Het studieprogramma van Jesjiewe Hakotel concentreert zich op de traditionele bestudering van de Gemarah. Het centrum van het Jesjiewe leven bevindt zich in het ‘Beth Hamidrasj’, dat ook als sjoel gebruikt wordt. De leerlingen vertoeven hier dag en nacht en in groepjes van twee (chawroetah) wordt de Talmoed bestudeerd.
De manier van lernen is exact dezelfde als in de befaamde Jesjiwes in het Oost-Europa van voor de oorlog en zoals vandaag in Bne Berak en Mea Sjeariem.
Behalve Talmoed wordt – zij het in mindere mate -ook Tenach en filosofie gestudeerd.
Inmiddels heeft de Jesjiewe Hakotel een aparte afdeling voor buitenlandse studenten. Deze staat onder leiding van Rabbijn Aharon Bina en is in twintig jaar uitgegroeid tot de grootste en populairste jesjiewe voor buitenlandse studenten in Israel. Gemiddeld honderd (voor het grootste deel Amerikaanse) jongens van tussen de achttien en twintig jaar studeren er 1 of 2 jaar voor ze in hun geboorteland naar de universiteit gaan.
Zij volgen een speciaal studieprogramma met eigen rabbijnen.
De nadruk wordt gelegd op de fundering van de Joodse kennis en het zelfstandig leren van gemarah. Het doel is om zelfstandig Talmoed te kunnen onderwijzen. Voertaal is ook hier Iwriet, hoewel er een aantal lessen in het Engels gegeven wordt. Behalve de studie wordt er ook veel tijd vrijgemaakt voor reizen in Israël en een week met het jeugdkorps van Tzahal.
Voor de Amerikaanse studenten geldt verder, dat de tentamens van de Jesjiewe erkend worden door de meeste Amerikaanse universiteiten.
Uiteraard heeft het verblijf in de Jesjiewe een enorme invloed op de leerlingen. Een aantal blijft na afloop in Israël en keert niet terug naar hun geboorteland. Het percentage van immigranten die na hun universitaire studie naar Israël komen ligt boven de vijftig procent.