Door Rodney Sanders.
Artikel in ‘Het beloofde land’, chanoeka 1996.
Ze’ev Jabotinsky is bekend geworden als de oprichter en leider van de revisionistische stroming in het zionisme. Minder bekend is zijn invloed op het onderwijs.
Hij was een overtuigd zionist geworden als gevolg van de dreiging van pogroms in zijn geboortestad Odessa. In 1903, al op 23-jarige leeftijd, hield hij een redevoering waarin hij het belang van joods onderwijs verwoordde: “In de negentiende eeuw hadden de joden behoefte aan algemeen onderwijs. We moeten ons nu opmaken voor onderwijs voor een joodse staat.”
Ook in zijn ideeën over opvoeding en onderwijs domineerde zijn allesoverheersende visie, de oprichting van een joodse staat. De joodse taal betekende voor hem een instrument en katalysator om een gemeenschappelijke cultuur te bereiken.
Zoals bekend waren joodse ouders toen reeds gemotiveerd om hun kind een goede opleiding te geven. Het accent lag echter op seculiere kennis en praktijk-training, zodat de studenten een goede baan konden krijgen in de moderne maatschappij. De grote migratie van de oude wereld naar de nieuwe veroorzaakte dat het accent minder op joods-religieuze en traditionele kennis kwam te leggen.
Uiteraard zorgde het onderwijs voor een vooruitgang op individueel niveau, maar er dreigde een achteruitgang op het niveau van de joodse gemeenschap. De band die tussen joden bestond, naast de vervolgingen en de lagere maatschappelijke status, bestond uit de gedeelde culturele en religieuze waarden en tradities.
Jabotinsky zag dit als een van de eersten in.
Zijn nadruk op joods onderwijs en het leren van Hebreeuws ging dan ook tegen de trend in. Men wilde zo zijn als iedereen, waarom zou men Hebreeuws leren, wat had het voor praktisch nut?
In de wereld van 1903 waren joden bezig met het zoeken naar vrijheid in de nieuwe wereld, het ontvluchten van honger en vervolging, ontsnapping uit het ghetto en de sjtetl (joodse dorp op het platteland van Oost-Europa).
De enigen die dagelijks Hebreeuws spraken waren enkele honderden zionisten in het heilige land. Daarbuiten was de kennis beperkt tot wat dromers, bijbelse geleerden en een aantal rabbijnen met hun studenten.
De befaamde socialistisch-zionistische dichter Brenner liet zijn werken verschijnen in een oplage van 200 goedkoop gedrukte exemplaren, betaald van zijn eigen loon als klerk.
Het enige voordeel was dat de joden in Oost-Europa het Hebreeuwse alef-beet al kenden, aangezien deze letters ook gebruikt worden om het Jiddisch te schrijven, de taal van de joden in Oost-Europa.
Zoals met alles hield Jabotinsky koppig aan zijn beginselen vast en probeerde hij waar hij maar kon het onderwijs van Hebreeuws te stimuleren. Dit deed hij overal, van de kleuterscholen in Polen tot en met de stichting van de befaamde Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem.
Hij vatte zelfs even het idee op om Hebreeuws in het vervolg met Latijnse letters te schrijven, zodat men het Hebreeuws (en daarmee de zionistische cultuur en waarden) beter zou kunnen verspreiden.
Hij ontwikkelde zelf een Hebreeuws leerboek: ‘De 613 woorden’. Het was gebaseerd op het principe dat woorden in het Hebreeuws vaak dezelfde kern hebben was dit een systeem om de taal en de grammatica te leren met slechts 613 woorden. Het getal 613 is traditioneel gekozen, afgeleid van de 613 mitswot (geboden en verboden) die het jodendom kent.
Bij Jabotinsky betekende de Hebreeuwse taal zionistische actie, joods nationalisme, de drang om een zelfbewust volk te worden in een eigen, onafhankelijke joodse staat.
Het belang van het Hebreeuws blijft groot. Het geheim van de oelpan, de Hebreeuwse scholen voor immigranten in Israel, is dat er vanaf de eerste schooldag en de eerste les alleen Hebreeuws wordt gesproken en geschreven.
Hierdoor is iets bereikt dat nergens anders gelukt is. Ondanks de enorme moeite blijft Welsh een curiositeit in Wales, is Gaelic een minderheids-taal in Ierland, zijn Baskisch en Catalaans slechts onder druk staande dialecten.
Door de totale omarming van het Hebreeuws is de taal van Israel het enige voorbeeld van een eens dode taal die succesvol weer tot leven is gewekt voor dagelijks gebruik.