van de voorzitter FH, artikel in ‘Het beloofde land’, soekot 1996.
De zelfmoordaanslagen in Asjkelon en Jeruzalem die 25 doden ten gevolge hebben vindt Syrië vanzelfsprekend:
“Ze laten de noodzaak zien voor een rechtvaardige oplossing van het Arabisch-Israëlische conflict. Ze waren ook het gevolg van de accoorden met sommige Arabische partijen, deze hebben slechts voor meer spanningen, geweld en instabiliteit gezorgd.” (Reuters, 26 februari 1996)
Syrië roept op tot een proces tegen Israëlische leiders voor vervolging wegens oorlogsmisdaden en terrorisme vanwege de beschieting van Qana in Libanon. “Een proces is nodig, net als voor de Servische oorlogsmisdadigers en de nazi’s.”
De excuses van Peres voor de gemaakte vergissing zijn niet acceptabel.
“Het betekent dat hij de verantwoordelijkheid op zich neemt. Houdt dat niet in dat hij zichzelf daarmee veroordeelt?” (Reuters, 7 mei 1996)
Syrië bouwt een fabriek voor zenuwgas nabij Aleppo. Het was reeds bekend dat Syrië over een uitgebreid arsenaal aan chemische wapens beschikt. Syrië heeft al drie fabrieken die in staat zijn om honderden tonnen chemische wapens per jaar te produceren.
Het vermoeden bestaat dan ook dat het al honderden chemische raketladingen en duizenden vliegtuigbommen en artillerie-granaten heeft geproduceerd. Syrië heeft de laatste vijf jaar een arsenaal van 700 raketten opgebouwd waarmee elke plek in Israel geraakt kan worden.
Oorspronkelijk werden Scud-raketten gekocht in Noord Korea, doch momenteel is Syrië in staat ze zelf te produceren.
Een woordvoerder ontkent de onthulling niet: “We hebben een conflict en we hebben het recht om ons te verdedigen.” (Stern, mei 1996)
Syrië spreekt zijn verontwaardiging erover uit dat het nieuwe kabinet van Netanjahoe
bestaat uit “rabbijnen, racisten, generaals en massa-moordenaars”.
Hijzelf wordt beschouwd als iemand die “op het einde van de twintigste eeuw ervan droomt op een nieuwe fascistische en racistische leider te zijn, om de agressieve geschiedenis van Hitler te herhalen door alle internationale verdragen te schenden en toch te proberen aan bestraffing te ontkomen.” (Reuters, 18 en 27 juni 1996)
Hoe kan men verwachten dat Israel met een dergelijk regime een duurzame vrede realiseert?