Door Morton A. Klein, voorzitter van de Zionist Organization of America.
Artikel in ‘Het beloofde land’, soekot 1996.
Op 13 september 1993 tekenden de leiders van Israel en de PLO de Oslo-I accoorden tijdens een ceremonie op het grasveld van het Witte Huis in Washington. Op 4 mei 1994 werd de Gaza-Jericho autonomie-overeenkomst getekend in Cairo. Op 28 september 1995 werd het Oslo-II accoord getekend, wederom op het Witte Huis. Hieronder staan de verplichtingen die daaruit voortvloeiden voor de PLO en een aantal van de belangrijkste schendingen daarvan.
De toenmalige premier Rabin z.l. (zijn nagedachtenis zij tot zegen) en zijn regering omschreven de accoorden als een experiment dat zou tonen of de PLO werkelijk geen terroristische beweging meer zou zijn. Het was een test of de PLO werkelijk geinteresseerd was en in staat zou zijn om een normaal, vreedzaam en democratisch bestuur te vormen. Het plan was daarmee dus ook omkeerbaar. Zoals de toenmalige staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Jossi Beilin, het zei: “Als ze problemen hebben met de implementatie van de accoorden, als ze geen orde kunnen scheppen, dan kunnen we er niet mee doorgaan. … Voorwaarde voor continuering is dat ze in staat zijn om aanslagen van islamitische fundamentalistische groeperingen tegen Israel te voorkomen.”
Voorkomen terreur
In de afgelopen drie jaar zijn 217 Israelis vermoord door Arabische terroristen, meer dan het dubbele van de voorgaande drie jaar.
Een van de maatregelen waarop premier Rabin herhaaldelijk aandrong was het onwettig verklaren van de bewegingen Hamas en Islamitische Jihad. Dit zou hun aanpak langs juridische weg vergemakkelijken. Hun kantoren zouden gesloten kunnen worden. Het zou een duidelijke boodschap zijn dat terrorisme niet meer geaccepteerd zou worden. Helaas, het is niet gebeurd.
Een ander heikel punt is de arrestatie en veroordeling van terroristen. Na aanslagen werden soms wel honderden Hamas-leden met veel ruchtbaarheid gearresteerd, om echter even later stilletjes weer vrijgelaten te worden.
Niemand van deze bij preventieve acties gearresteerde personen, die dus verdacht werden van terrorisme tegen Israel, is ooit veroordeeld. Hamas leider Jamal Mansoer werd zelfs persoonlijk door Arafat opgehaald uit de gevangenis in juni 1996.
Opnieuw geen enkel signaal dat de PLO terreur tegen Israel veroordeelt.
Integendeel, de PLO heeft bekende terroristen aangeraden om onder te duiken.
Vertegenwoordigers van Arafat boden Ajash, de man die met zijn bommen de dood van 70 Israelis veroorzaakt heeft, aan om hem over de grens met Egypte te smokkelen.
Na zijn dood prees Arafat hem als “martelaar en heilige”.
In Jericho heeft hij een plein naar hem vernoemd.
De organisatie Peace Watch concludeerde dat de enkele veroordelingen die gedaan zijn slechts onder zware Israëlische druk tot stand zijn gekomen en slechts bedoeld waren om uitleverings-verzoeken te voorkomen.
Van degenen die wel veroordeeld zijn is de helft vervroegd vrijgekomen of in dienst gekomen bij de politie!
Een ander punt waar niets van terecht is gekomen is ontwapening. Arafat heeft meermalen openlijk gezegd dat hij er niet over denkt om de Hamas te ontwapenen. Daardoor zijn er in twee jaar tijd in Gaza in totaal 11 illegale wapens in beslag genomen, terwijl Arafat zelf het aantal schat op 26.000. Het werkelijke aantal zal nog veel hoger liggen. PLO veiligheidschef Jibril Rajoeb geeft de reden: “We staan toe dat bewegingen die tegen de Israëlische bezetting zijn wapens hebben. … Zij mogen de gewapende strijd voortzetten.”
De tegenstelling die gesuggereerd wordt tussen PLO en Hamas is schijn. Beide gaan vriendschappelijk met elkaar om. Ze verschillen slechts in hun visie op de waarop een Palestijnse staat te realiseren is. Arafat heeft herhaaldelijk van zijn vriendschap met Hamas-leiders gesproken.
Faroek Kaddoemi, buitenland-woordvoerder van de PLO, verklaarde het als volgt: “Hamas maakt deel uit van onze nationale beweging. Niemand kan bezwaar hebben tegen wat Hamas en Jihad aan het doen zijn. Ik zeg dat elke Palestijn het recht heeft om te vechten zolang er nog Israëlische soldaten op Palestijnse bodem zijn. Ik roep Hamas op om voort te gaan met hun aanslagen.”
Uitleveren terroristen
Volgens de Oslo accoorden dient de PLO terroristen die in Palestijns autonoom gebied zijn uit te leveren aan Israel. Tot nog toe heeft Israel achttien uitleverings-verzoeken gedaan. Niet één is gehonoreerd.
Integendeel, één van de gezochte terroristen is door de PLO zelfs aangesteld als politie-commandant.
Men is overduidelijk niet van plan zich aan dit punt te houden. Arafat bevestigde het nog maar eens afgelopen juni: “De PLO zal niemand uitleveren naar Israel of welk land dan ook.”
Disciplinaire maatregelen
De accoorden schrijven voor dat tegen PLO-leden, die zich niet aan de afspraken inzake terrorisme houden, disciplinaire maatregelen genomen dienen te worden. Dit betekent het uit het lidmaatschap zetten van de PLO van personen of groeperingen die zich met terrorisme bezig houden.
Fatah, de grootste beweging binnen de PLO waarvan Arafat de leider is, is verantwoordelijk voor zestig terroristische aanslagen waarbij 6 Israelis gedood werden. Het ‘Populaire Front voor de Bevrijding van Palestina’ en het ‘Democratische Front voor de Bevrijding van Palestina’, twee van de overige acht groeperingen binnen de PLO hebben samen 33 aanslagen gepleegd waarbij 23 Israelis werden gedood.
Niemand is disciplinair gestraft. Integendeel, de bewegingen maken nog steeds deel uit van de PLO en Arafat heeft zetels in zijn kabinet voor hen gereserveerd.
Veroordelen terreur
Tevens dient volgens ‘Oslo’ Arafat terrorisme af te zweren. President Clinton heeft verklaard dat dit betekent dat “elke daad van terrorisme en geweld veroordeeld dient te worden”.
Sindsdien zijn er 631 Arabische aanslagen geweest. Hiervan heeft Arafat er zes veroordeeld, bij vijf daarvan omdat als gevolg van het grote aantal Israëlische doden de internationale gemeenschap duidelijk om een veroordeling vroeg.
Hamas of de Islamitische Jihad veroordeelde hij daarbij nimmer, noch bij enige andere gelegenheid, hoewel Israel en de Verenigde Staten daar herhaaldelijk sterk op aandrongen.
Integendeel, de betrokkenheid van Hamas probeerde hij regelmatig te minimaliseren. Zo schreef hij de aanslag van Beit Lid in het voorjaar van 1995, waarbij 21 doden vielen, toe “aan de Israëlische veiligheidsdiensten, die het vredesproces willen verstoren”.
Deze beschuldiging herhaalde hij bij verscheidene latere aanslagen.
Wijzigen handvest
Al volgens Oslo-I dient Arafat het PLO Handvest voor te leggen aan de Palestijnse Nationale Raad teneinde de artikelen die het bestaansrecht van Israel ontkennen of die oproepen tot geweld tegen Israel te wijzigen. Nadat dit niet gebeurd was stelde Oslo-II vast dat dit binnen uiterlijk mei 1996 diende te geschieden.
Het Handvest is oorspronkelijk vastgesteld in 1964, toen de Westbank, Gaza en de Golan in Arabische handen waren.
Desalniettemin bevat het artikelen die het bestaansrecht van Israel ontkennen, door als doel te hebben “de eliminatie van het zionisme in Palestina” en door te verklaren dat “de deling van Palestina in 1947 en het ontstaan van de Staat Israel volkomen onrechtmatig is” en dat “jodendom een religie is en daardoor niet in aanmerking komt voor een staat”.
Slechts joden die er woonden “voor de zionistische invasie sinds 1917” kunnen blijven.
Op deze wijze ontkennen 30 van de 33 artikelen van het handvest het bestaansrecht van Israel of roepen op tot geweld tegen joden.
Op 24 april 1996 kwam de Palestijnse Nationale Raad bijeen in Gaza en nam een vage resolutie aan. Peace Watch concludeerde het volgende: “De daadwerkelijke wijziging van het handvest is opgeschoven naar de toekomst. Het oude handvest blijft dus geldig. Er is een groot verschil tussen een oproep tot verandering en een daadwerkelijke wijziging. Ten tweede wordt niet gespecificeerd welke artikelen gewijzigd zullen worden.”
Dat het nooit de bedoeling was om het handvest te wijzigen werd ook op andere manieren duidelijk. In de Palestijnse pers verscheen er niets over, ook niet bij de bespreking van alle overige 19 aangenomen resoluties. Onder zware druk verscheen pas tien dagen na de vergadering een Engelse versie van de tekst. Volgens deze was het handvest “hereby amended” (hierbij gewijzigd).
Echter, dit komt niet overeen met de Arabische tekst waarover gestemd is en die dus slechts over een toekomstige wijziging spreekt. In beide talen wordt trouwens niet gespecificeerd wat er gewijzigd wordt.
In een intern PLO document wordt het eigenlijke standpunt verder toegelicht: “Wijziging van het handvest zou zelfmoord voor de PLO betekenen. Er zijn geen wijzigingen aangebracht. Dit zou het handvest onder invloed gebracht hebben van de huidige Israëlische dictatuur.”
Afwijzen geweld
Volgens de accoorden dient Arafat duidelijk te maken dat geweld wordt afgewezen. Het doel was om een nieuwe morele waarden onder de Arabieren tot stand te brengen.
Helaas, Arafat heeft geweld juist gepredikt. De Oslo accoorden waren in zijn eigen woorden: “de eerste stap in de gefaseerde strategie van de PLO voor de stapsgewijze vernietiging van Israel”.
De creatie van een Palestijnse staat “zet de strijd voort om de vijand van al het Palestijnse grondgebied te verdrijven”.
Op dezelfde dag dat hij de Nobelprijs voor de Vrede ontvangt verklaart hij dat: “de intifada voortgezet wordt totdat Palestina is teruggewonnen met bloed en vuur”. “Het Palestijnse volk zal doorgaan met de strijd en met de heilige oorlog, totdat een meisje van Fatah de vlag van Palestina heeft gehesen op de muren van Jeruzalem.”
Sprekend over Abir Wahajdi, die deelnam aan een aanslag op een bus bij Tel Aviv waarbij 38 Israelis de dood vonden: “Zij was een held. De groep onder haar bevel richtte in die bus de eerste Palestijnse republiek op. We zijn trots op haar.”
Afzien van propaganda
Het ophitsen of voeren van vijandige propaganda tegen Israel is niet toegestaan en er dient wettelijk tegen opgetreden te worden.
Zoals hierboven al duidelijk gemaakt is hier geen sprake van doch doet de PLO-leiding hier zelf aan mee.
Daarnaast wordt de sjoa (holocaust) gebagatelliseerd. Om slechts een voorbeeld te noemen:
Mahmoed Abbas, tweede man van de PLO en architect van de Oslo accoorden, blijkt de auteur te zijn van een boek met als belangrijkste stelling dat de zionistische beweging partner was van de nazi’s bij de moord op de joden in de tweede wereldoorlog.
In het boek wordt ook gemeld dat er hoogstens een miljoen slachtoffers zijn gevallen.
Zelfs in officiële publikaties van het PLO bureau voor informatie wordt geschreven dat “joodse immigratie leidt tot gruweldaden” als gevolg van de “zionistische mentaliteit en expansionistische doelen”.
Mensenrechten
Volgens het Gaza-Jericho accoord dient de PLO internationaal geaccepteerde mensenrechten in acht te nemen. Helaas hebben een mensenrechten-organisaties, zoals Amnesty International het tegenovergestelde geconcludeerd: “Al in het eerste half jaar van zelfbestuur zijn minstens 15 mensen overleden na neergeschoten te zijn door Palestijnse politie onder verdachte omstandigheden. Minstens de helft van de arrestanten wordt gemarteld.”
Zes gevangenen vonden hierbij de dood.
Dissidenten worden gearresteerd en het werken wordt hun onmogelijk gemaakt.
Minderheden, met name vrouwen en christenen, worden gediscrimineerd.
Vrijheid van meningsuiting wordt beknot. Kranten die kritisch schrijven worden verboden, oplagen worden in beslag genomen of de redactie wordt geintimideerd.
De beweging ‘Journalisten zonder Grenzen’ concludeert: “Met pressie, pesterijen, arrestaties en opschortingen van publikaties wordt de onafhankelijkheid van de pers onderdrukt. Een nieuwe wet verbiedt kritiek op de politie. Journalisten zijn dermate geintimideerd dat ze niet over de Palestijnse verkiezingscampagne durfden te schrijven.”
Voor wat betreft de vrijheid van deze verkiezingen, Peace Watch, officieel waarnemer van de campagne stelde vast: “PLO veiligheidsdiensten probeerden tegenstanders te intimideren met arrestaties. In diverse stembureaus is fraude geconstateerd. Kiezers zijn eveneens geïntimideerd, zo was in meer dan de helft van de stembureaus gebrek aan privacy.”
Vorming staat
Er zijn bepalingen dat de PLO af dient te zien van stappen die leiden in de richting van een Palestijnse staat. De schendingen hiervan zijn legio. Arafat noemt zich overal de president van Palestina. Met de termen kabinet, ministeries en parlement en met onder meer eigen paspoorten, rijbewijzen en postzegels wordt de indruk gegeven van een staat.
Status Jeruzalem
Uitdrukkelijk is bepaald dat de status van Jeruzalem in de Oslo-periode niet aan verandering onderhevig zal zijn. Niettemin opereert de PLO met 200 illegale politiemannen in Jeruzalem. Er zijn nog veel meer voorbeelden te geven. Overbekend is het feit dat de PLO voortdurend probeert het ‘Orient House’ in Jeruzalem een officiële status te geven door daar buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders te ontvangen.
Conclusie
Slechts één conclusie is mogelijk: de PLO en Arafat hebben zich nauwelijks aan de letter of aan de geest van de Oslo-accoorden gehouden. In veel gevallen is zelfs het tegenovergestelde nagestreefd.
Helaas, zolang de PLO en Arafat zich niet aan de afspraken houden zal er geen vrede kunnen komen.
(N.B. van alle genoemde feiten en citaten zijn bronvermeldingen beschikbaar bij de redactie)