Door dr. M.M. Rodrigues Pereira, artikel in ‘Het beloofde land, pesach 1996.
De vele Sefardische gemeenten welke na het jaar 1600 in West-Europa en de Amerikas gevestigd werden, danken het merendeel van hun gebruiken en tradities aan de moeder Portugees-Joodse Gemeente in Amsterdam. Voorbeelden zijn de Sefardische gemeenschappen van: Den Haag, Maarssen, Naarden, Hamburg, Altona, Antwerpen, London, Manchester, New York, Philadelphia, Paramaribo, Curacao, St. Thomas en vele andere gemeenten in het Caraibische zeegebied.
De Spaans-Portugees-Joodse synagoge muziek is mondeling doorgegeven van geslacht tot geslacht gedurende de eeuwen, waarschijnlijk terugreikende tot Tempel tijden in het oude Israel.
Hoe echter deze muziek klonk in die periode is onbekend. We weten natuurlijk dat gezang van de Levieten de tempeldiensten begeleidde, tezamen met het bespelen van muziekinstrumenten zoals citers en cymbalen.
Originele Sefardische muziek staat wel het dichtst bij de oorspronkelijke tempelmuziek. Er zijn verscheidene redenen om tot deze conclusie te komen. Al voor de verwoesting van de eerste tempel bestond er een Joodse vestiging op het Iberische schiereiland. Verder staan de Sefardiem bekend om het zich strikt houden aan hun traditionele muziek. Bovendien is het reciteren van de inhoud van de Vijf Boeken Mozes als zeer antiek en tevens authentiek bevonden. Dan is het ook genoegzaam bekend dat de zogenaamde Gregoriaanse kerkmuziek gebaseerd is op elementen van oude Tempelgezangen en werd neergeschreven in zogenaamde neumen, een antieke vorm van muzieknoten.
Wat betreft het voorgaan in de dienst bij een Joodse godsdienstoefening, gebeurt dit door een ‘Hazan. Bij de Sefardiem wordt deze persoon een voorlezer genoemd, terwijl deze taak bij de Ashkenaziem door een voorzanger op zich genomen wordt. Het verschil valt meteen op. Bij de eerste groep wordt de nadruk gelegd op reciteren, terwijl de voorganger bij de broedergroep zich moet toeleggen op het zingen van de gebeden en psalmen. Een verder typisch karakter van Sefardische godsdienstoefeningen is, dat gebeden en psalmen van begin tot einde hardop gereciteerd worden. De enige uitzondering op dit gebruik wordt gemaakt in de Portugees-Joodse Gemeente van Amsterdam, waar alleen de eerste en laatste zin van een gebed gereciteerd worden.
Wat betreft gebruiken bij gezangen moet opgemerkt worden dat er verschillen bestaan tussen de verscheidene Sefardische gemeenschappen. Zo kan opgemerkt worden dat er bijvoorbeeld in de Amsterdamse Portugese Gemeente gezangen verloren zijn gegaan die nog wel in New York en London gebruikt worden. Omgekeerd worden zekere gebruiken alleen nog maar in acht genomen in Amsterdam dat eens de moeder-gemeente was van de Spaans-Portugese Joden.
De presentatie van de wekelijkse Tora en Haftara (lezing van de Profeten) afdelingen wordt gedaan volgens zangtekens, waaraan strikt gehouden wordt. Wat Tora voordracht betreft, bestaan er twee melodieën van presentatie. Wanneer er buitengewoon belangrijke gebeurtenissen verhaald worden, wordt de zogenaamde Grote Wijs gebezigd zoals bijvoorbeeld bij het verhalen van de doortocht door de Rode Zee, bij de Wetgeving op de berg Sinai, bij het geven van Mozes zijn laatste zegen aan het Volk van Israel. Verder zijn er op zichzelf staande uitzonderingen op de gewone manier van reciteren, wanneer ook de Grote Wijs gebruikt wordt.
De mondelinge overlevering van deze gebruiken is onlangs door schrijver dezes op schrift gesteld en is gepubliceerd.
Er bestaan ook meerdere melodieën waarop de Haftara gezongen wordt, zoals in de zogenaamde drie weken van treur voor de herdenkingsdag van de verwoesting van de eerste en tweede Tempel, of tijdens huiselijke leeroefeningen.
De Sefardiem kennen ook speciale melodieën voor het voordragen van de zogenaamde vijf Rollen. Op het Lotenfeest of Poeriem wordt het boek Esther gelezen. Er bestaat een zekere melodie voor, edoch deze is niet volgens de gedrukte zangtekens (tengarniem). De andere boeken worden wel gereciteerd volgens de zangtekens, zij het dat het boek Kohelet (Ecclesiastes) niet door de Sefardische Joden ter synagoge gereciteerd wordt. Ashkenaziem doen dit wel op het Loofhuttenfeest (Soekot).
Op de laatste twee dagen van het Paasfeest wordt voor het namiddaggebed (Min’ha) het Hooglied van Koning Salomo voorgedragen, op iedere dag een helft. Hierbij kennen de Westerse Sefardiem een andere melodie dan hun Oriëntaalse broeders. Opgemerkt kan nog worden dat deze laatsten de mooie gewoonte hebben om op elke Vrijdagavond tussen de namiddag-dienst en de avonddienst dit Hooglied gezamenlijk te zingen.
Voor de Min’ha dienst van de Wekenfeestdagen wordt, na de eerste helft van het dichtwerk van Shelomo Ibn Gabirol, genaamd de Azarot, gezongen te hebben, de eerste helft van het boek Rut gelezen op een speciale wijze. Op de tweede dag wordt dan de laatste helft van beide werken gereciteerd.
Dezelfde melodie welke voor het boek Rut gebruikt wordt, wordt in Amerika ook gebezigd voor de Haftara op de ochtend van Tieshnga Beab, de herinneringsdag aan de verwoesting van de Tempels van weleer.
Gedurende het gehele Joodse jaar heeft in de Portugese synagoge iedere bijzondere dag zijn eigen karakteristieke melodieën. Dit is niet beperkt tot een speciale melodie. Het kunnen er verschillende zijn. Ook op een gewone Sabbat worden bepaalde gebeden met hun speciale wijzen gezongen. Sommigen kunnen zelfs met verschillende melodieën gezongen worden naar gelang die Sabbatot (= meervoud van Sabbath) in verschillende seizoenen vallen. Laten we eens een wandeling door het Joodse jaar ondernemen. Het begint met het seizoen van de Hoge Feestdagen, Rosh Hashana (Nieuwjaarsfeest) en Jom Kipoer (Grote Verzoendag).
Een typerende wijs is de zogenaamde R.H. melodie waarmee het gebed Jede Rashiem (De handen der Verdrukten) gezongen wordt. Op beide feesten worden in de synagoge gebeden gezongen met melodieën die zeer typerend voor deze eerbiedwaardige dagen zijn, zo zelfs dat men deze wijzen of variaties erop overal terugvindt waar zich ook maar Sefardische gemeenten bevinden, waar ook ter wereld.
De volgende feestperiode is die van het Loofhuttenfeest (Soekot), ook weer met zijn geëigende melodieën. Een typische wijs is die welke bij de dagelijkse rondgangen in de synagoge (Van waar Palm Zondag ’s origine stamt) gezongen wordt waarbij wij om de hulp van God smeken. Tijdens het Slotfeest wordt de bede voor regen gelezen in het zogenaamde bijgevoegd gebed (Moesaf) met zijn zeer speciale wijzen. Sim’hat Tora sluit de reeks herfstfeesten af.
Daarbij worden de laatste en eerste afdelingen van de Tora (Wet) feestelijk voorgedragen op de Grote Wijs door de speciaal tot dat doel benoemde Bruidegoms der Wet. Ook hij die voorgaat in de diensten doet zijn uiterste best om de prachtige muziek voor die dag zo mooi mogelijk ten gehore te brengen.
Het Joodse jaar kent nu een periode van rust tot in december het acht dagen durende ‘Hanoeka feest gevierd wordt. Bij het aansteken van de ‘Hanoekia klinkt gedurende acht dagen dagelijks zowel in de synagoge als ook in de huiskamer het alom bekende eeuwenoude Hanerot Hallaloe.
Nog bezit schrijver dezes een oude 78-toeren grammofoonplaat van de bekende en geliefde ‘Hazan Simon Duque, die tezamen met de zes miljoen Joodse slachtoffers van de Holocaust vermoord is door de Duitsers. Wij kunnen en willen het niet vergeten!
Rond het begin van maart wordt het Lotenfeest oftewel Poeriem gevierd. Wonderlijk genoeg wordt de Rol van Esther, de Megiela, welke die dag zowel ter synagoge als thuis in huiselijke kring gelezen wordt, niet gereciteerd volgens de zangtekens. Men moet de melodie uit het hoofd leren als men jong is om ze later behoorlijk te kunnen voordragen. Deze dag wordt altijd beëindigd met een feestelijke maaltijd waarbij tussen de gerechten door Joodse liederen gezongen worden. Een daarvan bestaat uit poëzie waarbij de dichter op lekkernijen duidt in woorden in de Hollandse taal op rijm met het Hebreeuws, welke door de Portugese Joden gedurende het jaar genuttigd worden.
Voor elk feest is er een speciaal gerecht. In de Hebreeuwse tekst worden Hollandse woorden verhebreeuwst op geestige wijze: Op Paas eet men een nagerecht van een mengsel van eierdooiers, honing en kaneel, voor het Wekenfeest een melktaart, voor het Loofhuttenfeest een kalfspastei, voor ‘Hanoeka wafelen, voor Poeriem bole met saus, caldo genaamd, het Spaanse woord voor saus.
Het lentefeest bij uitstek is het Paasfeest met zijn karakteristieke Hagada (verhaal van de uittocht uit Egypte) avonden. Op de eerste dag leest men onder andere het gebed voor de dauw, met zijn speciale muziek waarin men bidt om overvloedige dauw zo nodig in Israel waar de lange zomers volkomen regenloos zijn. Op de zevende dag leest men voor uit de Wetsrol over de uittocht uit Egypte, en wel op de zogenaamde Grote Wijs.
Op het daaropvolgende Wekenfeest Ieest men voor over de Wetgeving op de berg Sinai, een historisch zeer belangrijke gebeurtenis. Vandaar dat hierbij ook weer de Grote Wijs gebruikt wordt. De zeer mooie en ontroerende Klaagzangen van Tieshnga Beab (herdenkingsdag van de verwoesting van beide tempels op 9 Ab dat altijd in de heetste tijd van het jaar valt: juli/augustus) worden in Sefardische synagoges (niet in Amsterdam) voorgedragen door individuen die bekend zijn op Joods gebied.
Na de eigenlijke dienst wordt eerst het boek Klaaglied van de profeet Jeremiah voorgedragen en daarna het boek Job. Dezelfde zangtekens hebben ook hier weer een andere muziek betekenis.
Het hele Sefardische dagelijkse leven wordt beheerst door muziek, niet alleen poëzie in de Hebreeuwse taal maar ook in het Ladino, een taal bestaande uit oud-Spaans vermengd met Hebreeuwse woorden.
Mensen van de leeftijd van schrijver dezes herinneren zich nog wel cantos, liederen, die gezongen werden na de dankzegging in het Hebreeuws na de maaltijd, zoals Bendigamos (Laten wij zegenen) en Ya vendra el Senhor de la Redencion (Weldra zal de Verlosser komen).
Verder bestaan er nog speciale gelegenheidsgebeden/liederen zoals bij een besnijdenis voor het te besnijden kind, dat door de aanwezigen gezongen wordt.
Voor een bruidegom bestaat ook een feestlied dat gezongen wordt bij de speciale leeravond ter ere van de bruidegom die voor diens trouwen plaats vindt.
Opperrabbijn Haliam Izak Aboab da Fonseca schreef in 1675 ter ere van de inwijding van de Portugese synagoge in Amsterdam een religieus gedicht ‘Hishki ‘Hizki (Hebt zin en weest sterk).
Enige tientallen jaren later componeerde Abraham de Casseres de muziek voor dit gedicht.
Wie meer wil weten betreffende de Portugees-Joodse muziek wordt verwezen naar de volgende literatuur-lijst:
Lopes Cardozo, Abraham, “Music of the Sephardim”, Offprint from Herzl Institute Pamphlet # 15, Herzl Press, New York, N.Y. 1960
Lopes Cardozo, Abraham, “Sephardic Songs of Praise”, Tara Publications 1987, Cedarhurst, N.Y. 11516
Lopes Cardozo, Abraham, “Selected Sephardic Chants”, Tara Publications 1991, Cedarhurst, N.Y. 11516
Benharoche-Baralia, M.J. “Chants Hebraiques Traditionnels”, L’association Zadoc-Kahn, Biarritz, France 1961
Rodrigues Pereira, M.M. “Hochmat Shelomoh, Torah Calitillations according to the Spanish and Portuguese Custom”, Tara Publications 1994, Cedarhurst, N.Y. 11516
Israel Ricardo, David, “Selected Tunes of the Portuguese Jews”, Congregation Amsterdam, Rishon Lezion 5735/1975