Door dr.J.Z.Baruch.
Artikel in ‘Het beloofde land’, rosj hasjana 1994.
Het lezen uit de Tora staat centraal in de dienst in de synagoge op Sabbath-ochtend, op de ochtenden van feest-en vastendagen en op sommige diensten in de middag. In de loop van één jaar wordt de gehele Tora uitgelezen en dan weer wordt de lezing van voren af aan begonnen. De Tora is verdeeld in 54 afdelingen, sederoth en soms worden twee afdelingen op éénzelfde Sabbath voorgelezen zodat dus toch na één jaar de gehele voorlezing van de Tora rond is.
De Tora wordt ook wel aangeduid als de vijf boeken van Mozes, of als Pentateuch. In het eerste boek van de Tora, Beresjiet geheten, wordt verteld van de schepping van de wereld.
Verder wordt verhaald van de zondvloed, terwijl de lotgevallen van de drie aartsvaders Abraham, Izak en Jakob een grote plaats innemen. Aan het einde van Beresjiet wordt de geschiedenis van Jozef aan het hof van de pharao van Egypte verteld en dat de Joden zich in Egypte gingen vestigen.
Het tweede boek van de Tora, Sjemot, vertelt van de lotgevallen van de Joden in Egypte, van hun slavernij maar ook hun bevrijding uit de slavernij na de Tien Plagen en de doortocht door de Schelfzee (Rode zee vaak genoemd). Tevens vertelt de Tora van de wetgeving op de berg Sinai en van de zwerftochten van het Joodse volk in de woestijn.
In het derde boek van de Tora, Wajikra, wordt gesproken over vele wetten die betrekking hebben op de priesterstam binnen het Joodse volk, de stam Levie en over de vele voorschriften die te maken hebben met de offers. Ook de bouw van de tabernakel, het heiligdom in de woestijn, wordt besproken.
In het vierde boek van de Tora, Bemidbar, wordt ingegaan op de zwerftochten van het Joodse volk in de woestijn, de opstand van Korach tegen Mozes, de botsingen met omringende volken, het optreden van de heidense ‘profeet’ Balak.
In het vijfde, laatste boek van de Tora, Debariem, wordt door Mozes ingegaan op de gebeurtenissen tijdens de veertigjarige zwerftocht door de woestijn en beschrijft de situatie van de Joodse volk vlak voor het binnentrekken van het Beloofde land.
Het beëindigen van de studie van een gewijd boek of het beëindigen van de voorlezing ervan gaat altijd met vreugde gepaard. Men is blij dat men het boek heeft kunnen lezen of horen voorlezen, men is tevens verheugd dat men opnieuw de studie of het voorlezen van een bijbelboek mag beleven. De man die het laatste stuk van de Tora met ceremonieel en met feestelijkheid voorleest heet de chatan tora, de bruidegom van de Tora. Het is of er een symbolisch een huwelijk bestaat tussen de Tora en het Joodse volk.
Het laatste gedeelte dat door de chatan Tora uit de Tora wordt voorgelezen omvat onder andere het verhaal van de dood van Mozes. Daarbij wordt tevens vermeld dat G’d Mozes begraven heeft op een onbekende plaats. Zo worden bedevaarten naar de laatste rustplaats van een heilige of vooraanstaande figuur voork¢men. Als de chatan Tora het laatste stukje van de Tora heeft voorgelezen begint de chatan Beriesjiet, de bruidegom van het begin van de Tora, de voorlezing van het begin van de Tora uit een andere Torarol. Hij leest dus die gedeelten voor, die betrekking hebben op de schepping van de aarde, van planten- en dierenwereld en van de mens.
In vele synagogen is het gebruikelijk dat op Simchat Tora ook kinderen voor de Tora komen samen met volwassenen om te horen voorlezen. Ook wordt in een aantal synagogen met Tora-rollen omgangen gemaakt, waarin men met de Tora vreugdedansen uitvoert. In de Portugese synagoge te Amsterdam draagt Simchat Tora een wat ander karakter. Vreugdedansen met de Tora zijn er niet bij, ook worden geen kinderen voor de Tora geroepen. Maar wel worden de mooiste mantels en sierkronen naar voren gehaald, om de Torarollen feestelijk en mooi te versieren.
Met het lezen uit de Tora op Simchat Tora wordt de cyclus van één jaar voorlezen uit de Tora beëindigd, met een droevige noot, namelijk met de dood van Mozes.
Maar op dezelfde dag toont het Jodendom zijn optimisme om als het ware geheel opnieuw te beginnen en wel met het voorlezen van het allereerste begin van de Tora, de schepping van wereld, dier en mens. Er is dus niet alleen een slot aan het lezen uit de Tora maar ook steeds een nieuw begin.