Door rabbijn mr. drs. R. Evers.
Artikel in ‘Het beloofde land’, rosj hasjana 1994.
Ouders vormen grootste probleem bij jodendomsoverdracht
Mijn dochter Jalta (4) vraagt regelmatig aan onze hulp of ze ook joods is. Kan je Iwriet lezen? Het antwoord is nee en Jalta voelt zich iets heel bijzonders. Zij kan al Iwriet lezen! De vroeg begonnen praktijk van het jodendom legt de basis voor de joodse identiteit.
Jodendomsoverdracht in een profane maatschappij is een krachtsinspanning van jewelste. Het Hebreeuwse woord voor opvoeding is chinoeg, dat eigenlijk inwijding of levensheiliging betekent. Een profane opvoeding is maatschappijgericht en bereidt voor op de moderne aardse realiteit. Zingeving van het bestaan komt slechts marginaal aan de orde. Chinoeg is theocentrisch en G’dgericht, wijkt bijna altijd af van de normen en idealen ‘uit de buurt’, brengt tijdloze en bovenaardse idealen bij en sluit aan bij het G’ddelijke in de mens.
In de eerste levensjaren zijn de ouders de dragers en overbrengers van de joodse traditie. Het jodendom is praktijkgericht. Vrij-zwevende gedachten van ‘G’d is overal’ en ‘in de tijd van de Masjie’ach zal Oma terugkomen zonder al haar handicaps’ worden besproken en aangemoedigd maar al vroeg omgezet in religieuze handelingen, zoals handen wassen na het opstaan, het dragen van een keppel en het nazeggen van korte gebedsteksten. Kinderen vinden dit leuk; ze krijgen veel aandacht. Ze voelen zich groot; ze doen hetzelfde als de ouders en grotere broers en zusters.
De ervaring heeft ons drie vuistregels geleerd:
- vroeg beginnen, al met 2 ⦠3 jaar,
- regelmaat en integratie,
- ouderlijke consistentie en consequentie.
Taalverwerving
Vroeg beginnen is belangrijk voor de taalverwerving. Vrijwel alles in het jodendom – van gebed en internationale discussie tot lernen – gaat in het Iwriet. In feite worden onze kinderen tweetalig opgevoed. Opvoeders onderschatten deze taalbarriere. Mijn ervaring met kinderen, die pas op 10-12 – jarige leeftijd Iwriet leerden is uiterst teleurstellend. Levenslang blijven ze joods bezien “taalkundig gehandicapt”. Het jodendom gaat ze tegenstaan omdat het communicatiemiddel taal stokt.
Mijn dochter van 12, die op 3-jarige leeftijd begon te lezen, leest en begrijpt vlot zelfs het oud-Hebreeuws van de Tora. Zij is er trots op dat zij met gasten uit Israël kan converseren. Ze oefent dan ook zeer regelmatig, soms tot 12 uur ’s nachts.
Te weinig kwantiteit of kwaliteit
Daarom is alleen de zondagsschool te weinig. Wil de joodse denkwereld een significante plaats gaan innemen in de beleving van het kind dan moet deze iedere dag met hem doorgenomen worden. Te weinig leidt tot een fragmentarische joodse beleving. Hoeveel kinderen menen niet, dat “we alleen joods zijn in sjoel” ?. De jodendomsoverdracht stelt integratie van leer en leven centraal. Zelfs knikkeren wordt joods geanalyseerd. Awigail (9) komt vragen of dit niet een subtiele vorm van diefstal is omdat de verliezer haar knikkers gedwongen moet afstaan.
In Israël is de taal gelukkig geen euvel meer. Maar in seculiere kring ontbreekt het daar helaas vaak aan voldoende religieuze scholing om de bindende jodendomskracht die inhoud te geven, die nodig is om ons voorgoed aan het Heilige Land te binden.
In de diaspora merken we de gevolgen van deze geringe religieuze binding. Maar heel weinig van de hier verblijvende Israelis (men schat hun aantal op 5 a 10.000 !) voelen zich verbonden met de goles-joden hier te lande en nog minder zijn lid van een joodse gemeente.
Consciëntieus en consequent voorbeeldgedrag
Van ouders wordt echter meer verwacht dan alleen regelmaat en inspanning. Ouders moeten conscintieus en consequent zijn. Hoge morele eisen stellen aan de kinderen betekent eerst opvoeding van jezelf. Vader die de hele dag t.v. kijkt, wekt weinig joodse inspiratie bij de kinderen. Ma die vele uren telefonisch de nieuwste roddels bespreekt, draagt weinig bij aan de morele opvoeding. Ouders zijn vaak het grootste probleem in onze joodse lessen.
Ik heb de grootste moeite om Ronnie (8) bij te brengen, dat het leven uit meer bestaat dan voetbal en T.V..
Ouders zijn imitatiemodellen. Hoewel onze ‘permissive society’ hier anders over denkt, moet joods voorbeeldgedrag autoriteit uitstralen, wil de joodse traditie enig gezag dragen. Onze Rabbijnen schroomden zich niet het vijfde gebod “Eert uw vader en uw moeder” ook aan de ouders voor te schrijven. Zorg dat je eerbiedwaardig en geloofwaardig bent en overkomt.
Wij leren onze kinderen op te staan voor hun leraren. Ouderwets? Wellicht, maar het maakt het kind gewilliger iets van ouderen te accepteren. Mijn ervaring met kinderen van niet-orthodoxe signatuur, die minder opkijken tegen hun docenten joods, is dat zij ook minder graag Tora leren. Op alle mogelijke manieren proberen zij er zich onderuit te draaien. Tot mijn stomme verbazing merk ik bij ultra-orthodoxe kinderen, zelfs tussen 5 en 9 jaar, dat zij na een lange schooldag van soms 9 uur, uit vrije wil thuis de Tora uit de boekenkast pakken om de leerstof van die dag nog eens te herhalen! Juist vanwege de voorbeeldfunctie moeten ouders onderling gelijkgestemd zijn en hun idealen delen met de schoolsignatuur.
Motivatie komt niet alleen van binnenuit
De joodse opvoeding is sterk cognitief gericht. Leren moet een plezier blijven en moet m.i. regelmatig beloond worden omdat joods leren vaak een extra belasting vormt voor onze kinderen. Vrijwel alle kinderen vinden voetballen leuker dan leren. Alleen extra beloning en complimentjes kunnen enig tegenwicht bieden. Een beloning drukt bovendien onze waardering uit. Gila van 10 leerde op de lagere school Rosj Pina vijf hoofdstukken Tora uit haar hoofd, Elisja van 9 driehonderd paragrafen van de mondelinge leer (Misjna). Zij mochten mee naar Zürich voor een internationale quiz.
Moderne opvoeders schudden meewarig het hoofd over prijsjes en competitie: “de motivatie moet van binnenuit komen”. Mijn ervaring is, dat een matig competitiebeleid kinderen enorm motiveert. Veel kinderen moeten even over hun gebrek aan interne motivatie worden heengeholpen. Ik vind belonen absoluut niet moreel verwerpelijk, integendeel! Wachten op het autonoom opborrelen van interne motivatie is tijdverspilling.
Op wat oudere leeftijd blijken veel kinderen ons dankbaar voor de soms subtiele, soms expliciete aansporingen; vaak horen we complimenten – achteraf! – dat ze bij ons zo veel geleerd hebben. Binnen het kader van tijdverspilling is nog interessant te vermelden, dat orthodoxe opvoeders geen t.v. in huis hebben. Ongebreideld t.v.-kijken verslapt de aandacht voor boeken.
Omgaan met verschillen
Maar ja, we leven in een liberale maatschappij. Hoe leggen we onze kinderen uit dat wij over vele zaken anders denken dan onze omgeving? Leidt dit niet tot het gevoel dat bij ons alles beter is? Moeten wij onze kinderen tolerant opvoeden en hen bijbrengen dat alle andere levensfilosofische stromingen gelijk staan met het jodendom? Verzwakt dat niet de identificatie met het jodendom?
Als het gaat om conventionele zaken moet dat zeer zeker: Europeanen eten met mes en vork, Chinezen met stokjes. Maar voor kinderen is een sterke overtuiging van het eigen ‘joodse’ gelijk emotioneel moeilijk verenigbaar met sympathie voor en acceptatie van een andere levensweg of visie. Dat lukt pas later. Hoewel het jodendom verschillende denkrichtingen kent, zijn de verschillen van al die stromingen met bijvoorbeeld de Nederlandse cultuur soms toch bijzonder
groot.
Wij maken voor onze kinderen onderscheid tussen tolerantie tegenover een bepaalde levenswandel en intermenselijke verdraagzaamheid. Hoewel wij zijn ‘Weltanschauung’ niet accepteren, aanvaarden wij de ander als respectabel menselijk wezen. Onze kinderen aanvaarden deze uitleg. Mijn ervaring met kinderen aan wie dit niet uitgelegd wordt, is dat zij soms in opperste verwarring verkeren. Want ook volwassenen uit andere gezindten of politieke overtuigingen stralen autoriteit uit.
Voorkomen is beter dan genezen. Ouders, die door gebrek aan innerlijke overtuiging hun kinderen in joodse zin aan hun lot hebben overgelaten, komen later bij mij klagen “de school heeft hen verpest”. Na enig doorvragen blijkt de fout meestal bij de ouders te liggen: jodendomsoverdracht begint thuis, bij de ouders en vereist een gedegen follow-up.
Gelukkig zijn hier in Nederland nog mogelijkheden te over om uw eigen joodse identiteit en die van uw kinderen nadere inhoud te geven:
- bij de N.I.H.S. op zondagochtend (tel.:020-6460046);
- bij het Kolleel Chacham Zwi voor individuele begeleiding (’s avonds van 18.30 tot 19.30 uur) en
- last but not least bij het Seminarium, zowel overdag als ’s avonds (tel.:020-6761378).